Day 14: Landing at the Dock in Lombok, Friendly Faces at the Office, and Hippie Homestay

18 augustus 2016 - Mataram, Indonesië

Ik wou Bali wel en niet verlaten, ik had nog lang niet alles kunnen zien wat dit eiland te offeren had. Maar Lombok had iets mysterieus, ik was te nieuwsgierig om het zuster eiland van Bali zomaar achterwege te laten. Dat Agus zo bezorgd was over mij die naar het eiland ging, had eigenlijk mijn zinnen nog meer op Lombok gezet, het was nu nog spannender. Ja ik ben overduidelijk nog puberaal haha.

Toen ik slaperig aan mijn ontbijt zat, was ik dromerig naar het glinsterende water van het zwembad aan het kijken, en de geuren van de gele bloemen op te snuiven die dobbereden in het zacht golvende water. Agus liet me opschrikken uit mijn gedachten, die inmiddels gingen over het boeken van het volgende hostel. Agus zei: ‘At two o’clock goes your fast ferry to Teluk Nare, I will bring you there at one o’clock.’Hij overhandigde me twee kaartjes, waaronder een retourkaartje. Er stond een foto van een grote witte speedboot op met een orangje en rode streep met de woorden Marina. Blij bedankt ik hem, yes! Deze fastboat is groot genoeg om de skippybal krachten tegen te gaan, er zijn gelukkig geen wagenziekte pilletjes nodig bij zo eentje.

Agus keek me weer met zijn papa oogjes aan. Hij was in slechts twee dagen erg gesteld op me geraakt, of hij vond het gewoon roekeloos dat ik als vrouw alleen reis, en heeft het gevoel dat hij op me moet letten! Hij vroeg of ik weer lang zou willen komen in de toekomst, en of ik misschien mijn ouders mee wou nemen. Hahahahaha, hij wil écht niet dat ik alleen reis zeg. Nee zo bedoelde hij het (geloof ik) niet. Hij zei dat hij ze graag zou willen ontmoeten en dat zijn homestay daar ook goed voor zou zijn. Nou pap en mam, jullie zijn welkom bij een lief gezin in Pedangbay, genaamd Mimba Homestay, voor het geval jullie je vervelen ;). Wel grappig, want ik moest nog een mijn moeder denken door de gratis heerlijke thee die de familie serveert hier. Ze is een echte thee leut, net als ik. Ik dacht nog: ‘Wat zou mijn moeder het hier ook heerlijk vinden, en mijn vader ook, iedereen eigenlijk!’.

Om 1 uur smiddags was het zover, daar stond ik weer klaar als pakezel. Ik deed altijd mijn bergschoenen aan als ik ging reizen, dat scheelt veel plek en gewicht in mijn backpack. Maar het maakt me wel nog meer een stereotype; een backpacker met een ukelele bungelend aan haar rugtas, een camera om haar nek én bergschoenen aan. Ik voel me een echte wereldreiziger, wat een fantastisch gevoel, op de schouderpijn en het zweten na dan…

Ik liep met Agus over de prachtige oprit van rivierstenen, en zag tot mijn verbazing dat er geen busje stond. Hij liep naar een klein scootertje toe en zei dat we daarmee gingen. Met zijn tweeen en al mijn spullen op die kleine scooter leek onmogelijk, maar het ging nog vrij gemakkelijk! Daar zat ik weer op de scooter achterop bij een oude man met een breedkikker lach. Mijn rugtas zat als een soort derde persoon achter me, en ik had nog een tas in mijn ene hand, terwijl ik met de andere Agus zijn schouder vast had om niet van het apparaat te donderden. Toen we de hele steile heuvel afgingen, herinnerde ik mij het verhaal van mijn zus in Zuid-Amerika. Ze zat samen met haar vriend Ties én hun backpacks achterop bij iemand met een scooter. Ze vertrouwden het al niet, zeker niet toen ineens een sterke afdaling kwam. De bestuurder zigzagde het stuur terwijl ze met een hoge snelheid de berg afreden, het zigzaggen werd steeds erger totdat ze in de berm belandden. Lisa kon er nog half afspringen, maar Ties zat als een hamburger klem in het midden. Gelukkig hebben ze het beide zonder erge verwondingen overleefd, maar geschrokken waren ze zeker. En ik zat ook stijf van de adrenaline nu, maar Agus had genoeg greep op het stuur en de afdaling ging zonder slalommen. Wel was ik blij toen was bij de pier aankwamen, Agus zocht zelfs een schaduwrijk plekje op het strand uit waar ik kon wachten. Hij wees nog naar het plaatje op het kaartje, en zei dat Marina de vaarmaatschappij is waarbij ik moet zijn. Ik bedankte Agus voor alles en zei dat dit niet een definitief afscheid was. Ik kom terug naar Pedangbai, met of zonder ouders.

P8170145

P8170148

De pier stond vol met wachtende toeristen, en koffers met bagage. Iedereen had meer mee dan ik, maar zij reisden vast minder veel en bleven weken bij hotels in plaats van dagen. Na een tijd wachten verscheen het schip van Marina in de haven, het lag rustig te wachten tot het aan de beurt was de passagiers in te laden.

P8170146

Toen het aan wal kwam liep ik in de stoet naar de boot, waar mijn backpack op het dek werd gegooid en ikzelf binnen de boot moest zitten. Mijn ukelele had ik als bescherming van de backpack afgehaald en droeg ik met mij de ruimte van het schip in. De Indonesische crew begon te lachen en wezen naar mijn gitaar terwijl ze hem afpakten en bespeelden. De ukelele tovert glimlachen op ieders gezicht, het is het geld zeker waard geweest. En misschien was de spreuk van de verkoopster dat het me geluk zou brengen niet heel misplaatst geweest.

Ik ging zitten naast een koppel, een jonge man met rood haar en een blonde jong vrouw. De ginger zijn mondhoeken gingen omhoog toen hij de mini-gitaar zag en we raakten aan de praat. Even later pas kwamen we erachter dat we beide Nederlands waren en veranderen onze taal van Engels naar Nederlands. Ze gingen naar de Gili’s, blijkbaar ging deze boot langs alle gili’s en daarna pas naar Lombok. Ik vertelde over mijn reis plannen en hoe lang ik weg ging. De jonge man vroeg of ik niet bang was mijn vrienden en familie te gaan missen. Zij waren zelf maar twee weekjes in Indonesië en zouden daarna weer terug keren naar het koude kikkerlandje. Ik lachte en zei: ‘Mijn familie reist nu ook, mijn ouders zijn in Duitsland en mijn zus is in Californie. Dus ik zou ze ook moeten missen als ik nu thuis was. Maar ja, ik ga ze vast wel missen… alleen de tijd vliegt als je het leuk hebt en voor ik het weet ben ik weer bij ze.’ Vlak voordat de speedboot vertrok verscheen er een bekend gezicht aanboord. De vriendelijke vaderogen vonden de mijne; Agus. Hij wou alleen even checken of ik wel in de boot zat, de schat. Na hevig gezwaai verdween hij dan echt uit mijn zicht, Agus was zeker mijn vriend geworden.

Ik en het Nenderlandse koppel hebben de hele weg gekletst en keken ondertussen naar buiten waar we de bergen van Bali als reusachtige pieken zagen opstijgen. De golven van de zee zagen er ook monsterlijk uit. Ze waren halverwege zo hoog geworden dat ze meerdere meters hoog hadden kunnen zijn! Onze hoofden zwaaiden op en neer voor een korte periode, totdat de koers van de fastboat veranderde. Het was hartstikke leuk die boottocht, als een vijf sterren cruise, want het uitzicht was schitterend.

De boot was na de stops bij de Gili’s bijna helemaal leeg. Zo’n vijf procent van de passagiers was overgebleven. Lombok is lang niet zo populair als de Gili Islands. Maar wie weet voor hoe lang nog… Want prachtig is het zeker. Net zo mooi, als niet mooier dan Bali. Fel witte ONBEWOONDE stranden doken op, met bossen van palmbomen ernaast. Ik zat zowat met mijn gezicht tegen het raam gedrukt toen Lombok verscheen. Kippenvel. Ik belandde van het ene paradijs regelrecht in het andere. De plezier leek niet op te houden!

De motor van de boot ging uit en we gleden nog meters over het onrustige water. We kwamen aanwal en ik moest al mijn moed bij elkaar rapen om van de boot af te durven stappen; de boot bewoog veel en er zat een grote afstand tussen het dek en de steiger! Ik was gelukkig niet de enige die treuzelend op de boot stond en zei ‘No way, I will end up in the bay!’. Ik ben toevallig al is een keer zo gevallen. Ik was met Lisa en haar vrienden op een boottripje toen ik iets te (geforceerd) zelfverzekerd de boot af stapte. De boot ging van de waterkant af terwijl ik richting de wal stapte. Ik hing horizontal aan één been nog aan de boot aan een hekje en had met mijn armen de muur van de wal beet. Ik had de grootste blauwe plek ooit, de hele binnenkant van mijn been was paars, groen en donker blauw. Die gedachte moest ik met moeite verdringen.

Fuck it! Knop omzetten en gewoon stappen. Vooral niet naar beneden kijken of treuzelen tijdens de overbrugging. Ik werd geholpen door een lieve grote Indonesiër die op de steiger stond, hij hield mijn hadden stevig vast en trok snel en krachtig op het vaste land. Dat viel wel mee, ik maakte me weer is druk om niks.

De haven was niet echt een haven, het was alleen een steiger en daarna waren er een paar houten kraampjes. Ik was gewend aan vele taxi’s die al klaar stonden om je direct op te pikken en te brengen naar je hotel. Hier was het nog even zoeken. Een jonge man kwam naar me toe en vroeg waar ik heen moest. Shit. Ik was vergeten op te schrijven waar mijn volgende homestay zich bevond. Ik moest Wifi hebben, maar iedereen schudde zijn hoofd toen ik ernaar vroeg. Er waren geen restaurantjes te bekennen in de dichtbij zijnde regio. Ik voelde me hopeloos. Toen verscheen er een Lombokse man van rond de 30/35 jaar. Hij had kort zwart haar, bruine ogen (zoals iedereen natuurlijk) een onegale huid en een dunne lange zwarte harige sik aan zijn kin. Zo’n 15 lange zwarte haren dat een baardje moest voorstellen. Hij had een boeven uiterlijk, maar hij bleek ontzettend aardig. Hij had een gloednieuwe blinkende Toyota aan de kant van de weg staan. Hij zou me brengen naar een plek met Wifi. Hij noemde het ‘The Office’. De hele tijd dat hij sprak zag ik het vieze baardje op en neer gaan. Ik was al in mijn rugtas naar een schaar aan het zoeken om het af te knippen. Ik moest me inhouden.

Het stonk naar pis in de splinternieuwe Toyota. Ik werd even bang dat Agus gelijk had en ik op weg was naar mijn dood in plaats van ‘het kantoor’. Maar de jonge man praatte zo enthousiast tijdens de auto rit dat ik me vrij op mijn gemak voelde. Hij wist veel over Lombok en ook de koloniale tijd met de Nederlanders. Hij vertelde dat Nederlanders een grote dienst hebben bewezen aan de Lombokse bevolking, door ze standaard landbouw technieken te leren. Ook de mensen in Lombok lijken geen afkeer van de Hollanders te hebben, daar hoefde ik weer niet bang voor te zijn.

De weg ging omhoog en kronkelde tussen de bergen en de zee in. Ik zag de mooiste kust ooit, het was mooier dan Bali, want er waren geen Villa’s die het uitzicht verpesten. De stranden waren nog zo goed als onbewoond, onaangetast. Elke keer als we het hoekje omgingen van een klif, keken we weer uit over het volgende fantastische landschap. De ene beeldschone baai dook op na de andere. Het ene witte strand na de andere. Ik was met stomheid geslagen. Hoe kan dit zo dicht bij Bali liggen, en toch nog niet toeristisch?

Oké een beetje toeristisch. The Office was in Senggigi, de meest toeristische plek in Lombok. Alsnog niks vergeleken met Bali, maar hier waren er tenminste blonde koppen en Engelse uithangborden met trips die je kon doen als toerist. De man zette mij af bij de the Office, het was in een gebouw in de Boulevard van Senggigi. Het stelde niet veel voor, maar de sfeer was meesterlijk. The office bleek een hostel te zijn, een restaurant en een kleinschalige travel agency voor trips om te gaan snorkelen en jawel: de RINJANI! De echte naam van het bedrijfje was Abel Travel. Ik ging zitten op een heerlijke lage bamboe bank, en Wifi was er gelukkig inderdaad, sikje had niet gelogen. Hij kwam gezellig naast mij zitten, net als een iets jongere Indonesische jongen. De bamboe bank is een soort hippie meubel, je kan er goed in kleermakerszit op chillen met meerdere mensen. De onderstaande foto is niet gemaakt bij deze plek, maar het is wel de meubel die ik bedoel:

P8180158

De nieuwe jongen kwam erg dichtbij zitten en keek me diep in mijn ogen aan en lachte schattig. Ik schatte hem rond  mijn leeftijd, hij had natuurlijk weer bruine ogen, maar deze jongen had een flinke bos zwart haar dat wild op zijn hoofd groeide. Ik herkende de blik die hij ineens in zijn ogen had, en de eerste woorden die hij tegen mij zei waren: ‘I like your face.’ Ik brulde van het lachen. Ik zei half buiten adem: ‘I have heard a lot of compliments, beautiful girl, or pretty girl, princess. But this is a first, and I love it.’ Hij stelde zich zelf voor: Ujie. Je spreekt het uit als Oedjie. Zijn ogen straalden toen hij mijn ukelele zag, zijn vingers grepen de hals vast. Hij speelde liedjes alsof het niks voorstelde, hij zong erbij, en de sfeer werd nog beter. Sikje belde de man van mijn homestay, en die wou me zelfs komen ophalen! Collegas die goed bevriend met Ujie waren, kwamen erbij zitten, zo werd ik omringd door allerlei zingende lombokse mannen, die gauw vrienden van mij werden. Agus had zich druk gemaakt om niks, Lombok is lief.

Ik zat al aan aardig wat Bintang toen Ujie een akoestisch-elektrische zwarte pracht gitaar tevoorschijn haalde. Een elektrische gitaar die eruit ziet als een normale akoestische (dus niet zo dun en smal).  Het geluid uit dan ding was zo helder. Het heeft het warme geluid van een akoestische Spaanse gitaar, maar de sterke zuivere tonen van een elektrische. Een nieuwe liefde, ik moest hem hebben. Toen ik tegen Ujie zei dat ik kon spelen gingen zijn ogen nog meer stralen, ik moest iets voor hem spelen. Maar ik was te verlegen.

Ujie vroeg of ik de Rinjani wou beklimmen, ik kon het regelen bij zijn bedrijfje. Zijn baas zou me een uitleg geven over wat de trip precies voorstelde, hij had nu tijd. Licht aangeschoten en dol blij luisterde ik naar het britse accent van de baas van Ujie, die vertelde over de Rinjani trip. De kortste trip was DRIE DAGEN. Twee nachten slapen op de berg dus. Ik heb zonder te twijfelen betaald en ik zou de volgende dag gratis een scooter van hun kunnen lenen (oh yeah) en werd dan  morgennacht opgehaald voor de trip. Ik betaalde het forse bedrag en wist niet dat ik hier erg spijt van ging hebben. Ik had een kaartje naar hel gekocht.

De man van mijn volgende homestay stond op de stoep, de jongens van Abeltravel hielpen me met mijn spullen in zijn wagen. De man was in de 40, hij had lang haar en kwam over als een erg relaxte gast. We zongen hard James Blunt en Adele op de weg naar Mataram, de hoofdstad van Lombok. Hij vond het geweldig toen ik hem vertelde dat ik een singer song writer was. Mijn meeste nummers zijn verdrietig en gaan over breakups, maar ik heb één echte happy song. Van toen ik net uit huis ging en op mijzelf ging wonen, de titel ervan is ‘Free’. Hij heeft me nog de rest van de tijd lastig gevallen, hij wou zo graag de Happy Song horen.

Zijn huisje bevond zich aan de noordelijke rustige rand van Mataram. In zijn huis werd ik voorgesteld aan zijn verlegen vrouw en niet zo verlegen, super schattige kindjes. Hij leidde me naar boven en daar was een schone, super de luxe kamer voor mij. Er zat een aardig Duits stelletje in de kamer tegenover mij.

P8170152

P8170154

P8170157

In de kamer was zelfs een gitaar aanwezig, ik dronk nog een biertje, sloot de deur voor wat privacy, en barste los met zingen. Wat had ik dat gemist.

Ilham, de relaxte man, klopte aan mijn deur. Ik dacht om te vragen of het wat zachter kon, maar nee, hij vroeg of ik mee het dak op kwam. EN ik moest mijn gitaar meenemen!

Het dak was een bouwput. Er was het begin van een kamer, maar het was nog in de baby voetjes. Het duitse stelletje was ook op het dak, en de beste vriend van Ilham, die geweldig kon spelen op de gitaar. Ik, het duitse stel en Ilham luisterde naar de man terwijl we staarden naar de absurd felle sterren hemel. Aan de horizon zag je hoge donkere bergen. Aan de andere kant zag je de zee van lichten van Mataram, de drukke stad. Ineens begon het gezang van de Moslims weer, ik werd weer omringd door Moskees, net als in de mistige bergen van Bali, in Bedugul. Ik was weer op moslim gebied, maar dit keer maakte de kreten van Allah Akbar mij niet meer bang. Ze gaven me eerder een gevoel van bekendheid. Ilham pakte de gitaar toen ik niet durfde te spelen. Maar ik zong wel volop mee samen met Ilham en de man, met de liedjes die ze samen speelden. Later op de avond de vriend me een pijp gemaakt van een papaya tak. Ik voreg wat erin zat en hij zei: ‘Papaya Juice’. Domweg geloofde ik hem, ik dacht aan de waterpijp, daar rook je ook meloen en kersentabak mee, waarom geen papaya tabak? Maar toen ik een hijs nam, kwam er as echt een gevoel van vertrouwdheid over mij heen. Dat was een erg Amsterdams plantje. De mannen gierde van het lachen. ‘Papaya juice!’schreeuwde ze, ‘She believed it was papaya juice!’ hoestend en proestend, en zo stoned als pubers lachten ze met uit.

Het koppel ging slapen maar ik bleef nog uren op het dak. De nacht was een heerlijke temperatuur, het warme briesje droeg geuren van weer onbekende plekken. Stoned lag ik naar de waanzinnige lucht te staren, terwijl de mannen de sterren van de hemel speelden. Ik hoorde het insecten orkest op de achtergrond. Agus moest is weten. 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

2 Reacties

  1. Tineke Kriek:
    24 september 2016
    Mirte Mirte. Tranen van ontroering en meevoelen met je. Je bent een natuurtalent met schrijven.
  2. Mirte Steenkamp:
    25 september 2016
    Ah dankjewel Tineke! Lief dat je zo mijn reisblog meeleest, fijn dat het voor meer mensen leuk is dan alleen mezelf ;)