Day 24: No Money No Funny, Panic in Paradise, Stories at Sunset and Lombok Love

27 augustus 2016 - Senggigi, Indonesië

Val ging al vroeg weg om te surfen, ze ging het weer proberen met haar teen. Ik wou afscheid van haar nemen, voor het geval ik haar niet meer zou zien. Maar ze zei dat ze optijd terug zou komen, ze zou me nog uitzwaaien.  

Ik had me nog niet beseft hoe erg ik in de shit zat. Toen ik keek op ING bleek het dat het inderdaad klopte dat ik niet genoeg geld meer had op mijn creditcard, ik had mijn maandelijkse  limiet bijna bereikt. Ik kon nog precies pinnen wat ik van Valentina geleend had, dat was zo’n twintig euro. Ik ging vlug naar een ATM in het dorpje, dan kon ik tenminste haar terug betalen. Ik had nog wel mijn spaarrekening waar genoeg op stond, maar daar was de bankpas dus van gestolen in Bedugul, omdat de pas in de cover mijn telefoon zat. Ik had wel geld, maar niet op de juiste pas!

Ik gooide een lieve afscheidsbrief door de brievenbus in haar deur, met mijn laatste geld eraan vastgeplakt. In de brief stond dat ik haar een ontzettend bijzonder persoon vond, hoe blij ik was dat ik haar had ontmoet en dat ik haar ging missen. Ik eindigde de brief met:

“I see you when I see you,”

Dat is een zin van een Lombokse kleding verkoper die we waren tegen gekomen op het strand de vorige dag (waar ik vergeten was over te vertellen). Hij maakte ‘fun’ shirts, met zulke teksten. Ik vond het nu wel erg toepasselijk.

Het was ochtend, ik at weer een dubbel ontbijt op het terrasje en de jongens van Ramay Homestay kwamen naar me toe. Ik moest vandaag terug rijden naar Senggigi, en ik moest om 12 uur hier uit checken en ik moest nog betalen. Nadat ik mijn laatste hap had genomen, zaten ze me al te vragen om het geld. Ik legde hen uit dat mijn pas dus gestolen was, en dat ik geldproblemen had, maar ik het ging proberen te regelen voor 12 uur. Ze snapten er weinig van, Engels spraken ze slechts een beetje. Maar wat ze wel duidelijk maakten, was dat ik het geld sowieso moest gaan geven en ik kon niet weg zonder te hebben betaald.

Met de laptop rende ik zowat naar mijn bungalow, ik kon me niet concentreren met de drukkende ogen van de jongens, en ik moest geld zien te regelen.

Erg moeilijk moest het toch niet zijn? Ik keek op de ING website, en raakte direct opgelucht toen ik las dat ik simpelweg het limiet van de creditcard kon verhogen. Maar toen ik dat probeerde, moest ik de informatie die op mijn gestolen bankpas stond invullen, pasnummer en datum, die ik dus niet had! Stress kwam weer terug, maar nu nog erger. Er zal toch wel een optie zijn waarbij ik die gegevens niet nodig heb?

Ja hoor, gelukkig. Ik kan natuurlijk gewoon geld van mijn spaarrekening overmaken op de creditcard, geen probleem. Totdat er op het laatste moment van de transactie een TAN-code van me werd gevraagd, die dus was gestuurd naar mijn gestolen mobiel!

Oké, ik moet dus een manier vinden om geld over te maken zonder TAN-code en zonder gegevens van mijn ING pas. Ze zullen hier vast wel wat op hebben. 

Ik zocht, en probeerde van alles, maar steeds stuitte ik weer op dezelfde problemen. Het systeem is zo geregeld, dat er geen probleem is al je de mobiel verliest, want dan kan je nog geldzaken doen met je bankpas. En dat er geen probleem is als je de bankpas verliest, want dan kan je nog dingen regelen online met je mobiel. Maar, als je BEIDEN verliest, ben je gewoon echt de Sjaak.

Mijn schouders stonden weer naar voren, rug, vingers en tenen krom, nu was ik pas echt gestrest. Ik zat op het bed met de laptop, mijn bezwete vingers maakten het toetsenbord nat. Door het raam zag ik de jongens  heen en weer lopen, zaten ze me expres op te jutten? Of haal ik het allemaal in mijn hoofd?

Ik wil mijn ouders! Zij weten vast wat ik moet doen, ik snap er helemaal niks meer van. Toen bedacht ik me dat het ochtend was voor mij, dus voor hen nog nacht. Dus ik kon ze niet bereiken, zelfs als ik een mobiel had gehad. Ik begon toch met een mail schrijven, voor het geval mijn vader vroeg uit de veren kwam en mij uit de brand kon helpen. Maar zelfs al stond hij vroeg op, dat zou nog uren duren, dan zou het al na 12 uur zijn…

En hoe moest ik ING dan om hulp vragen als het daar nog nacht is?! Mijn ademhaling ging sneller. Ik zag de jongens nog steeds langs mijn bungalow lopen, ik deed de gordijnen dicht. Geen afleiding, ik moet geld, ik heb het, ik kan er alleen niet bij. Nog steeds kon ik het personeel van het hotel zien langs lopen. Tussen de licht oranje gordijnen zat een spleet, had een jongen nou een geweer onder zijn arm?! Nu ben ik echt gek aan het worden.

Ik draaide mijn rug naar het raam, en scrolde langs elke pagina van de ING site. Totdat ik eindelijk een ALARM nummer vond, die dag en nácht te bereiken was! Jeeej!

O nee wacht, ik heb geen mobiel! Ik voelde tranen omhoog komen, voor het eerst miste ik dat stomme apparaat zo erg dat ik wel kon janken. Ik heb het nodig, iemand heeft het godverdomme gejat, maar ik heb het NODIG. Toch raakte ik nog in de problemen van de diefstal, toch heeft het nog nare gevolgen gehad.

Mirte, denk na, wat heb je wel? Wat zou je kunnen doen? Niemand is hier om je te helpen.

Ik heb alleen een laptop. Ik kan foto’s maken, ik kan mailen (maar niemand zal antwoorden) ik heb internet… maar zou ik ook kunnen bellen met een laptop? Ik googlede het, en ja! Dat was mogelijk via Skype, maar moest je wel weer voor betalen… en voor betalingen heb je bijna altijd een TAN-code nodig. Ik moest het in ieder geval proberen, en ik had geluk, Skype vroeg niet om een TAN-code, ik kon bellen met mijn laptop!

Hijgend en bezweet hing ik boven de laptop, de ‘telefoon’ ging over en ik snapte niet goed tegen welk deel van de laptop ik moest praten. Gewoon richting het scherm dan maar.

“Dit is de alarmlijn van de ING, hoe kan ik u helpen?”

“Hallo, verstaat u mij goed? Ik bel namelijk via Skype en praat tegen mijn laptop,” zei ik.

“Ja, de verbinding is niet top, maar ik kan je verstaan,”

OOOoo yeaaah, gelukt. Deze vrouw zou mij even gaan helpen, problem solved.

“Dus wat is er aan de hand?”

“Mijn mobiel en bankpas waren gestolen, ik heb het limiet van mijn credit card bereikt dus die weigert nog geld te geven, en ik moet over een uurtje mijn hotel betalen,” zei ik.

Er was een lange akelige stilte, was de verbinding verbroken? Het ze me wel verstaan? Of was ze weer in slaap gevallen in haar bureaustoel?

“Bent u er nog?” vroeg ik.

“Ja…”

“Oke, mijn vraag is dus: kunt u geld van mijn spaarrekening op mijn creditcard zetten? Ik kan het zelf niet doen zonder mobiel en bankpas,”

“Ehm…” zei de krakelige stem van de andere kant van de wereld.

“Nee sorry dat kan ik echt niet doen, dat mag niet om veiligheidsredenen. Ik heb daar geen toestemming toe.”

“Maar ik kan u al mijn persoonlijke gegevens geven, geboorte datum, alles. Ik heb helemaal niks meer, ik moet toch op een manier bij mijn geld kunnen?”

Weer was het stil.

“Sorry ik verstond u niet goed, de verbinding wordt slechter,”

Ik herhaalde wat ik zei.

“Nee sorry. Je hebt toch echt de pas of de mobiel nodig. Ik kan niks voor u doen, maar ik zal je een nummer geven van een organisatie die ter plekke geld voor je kan regelen. Het is alleen pas bereikbaar over een paar uur.”

Triest, nam ik afscheid van de vrouw. Zelfs zij kon me niet helpen, ik was weer terug bij af.

Iemand klopte hard op de houten deur van mijn bungalow. Nu gaan we het krijgen.

De kok stond in de deur opening. Hij wou geld voor de tweede pannenkoek. Ook dit nog.

“I’m sorry I got no money anymore,” zei ik, ik begon mijn kamer over hoop te halen, elk vakje en hoekje van elke tas, haalde ik leg. Een paar munten vond ik hier en daar, ik gaf het aan de kok.

“Not good,” zei hij, hij bedoelde niet genoeg.

“Yes I know, but that’s all I have,” zei ik, en nu ik de woorden hard op had uitgesproken, was het pas echt realiteit voor mij. Die paar muntjes, dat was al het geld dat ik nog had, ik ben blut! Ik heb geen geld! Hoe kan ik nu ooit nog terug naar Bali om het vliegtuig te redden…hoe kom ik nog ergens? Hoe ga ik eten?

De kok geloofde me niet dat ik geen geld meer had, totdat hij de angst in mijn ogen zag, en het hem opviel dat ik trilde en mijn voorhoofd natter was dan normaal.

“I don’t have it okay! I’m sorry, but could you please leave?” vroeg ik, bijna huilend. Eindelijk liep hij weg. Ik gooide de deur dicht en ging liggen op bed, ik staarde naar het plafond.

Kutzooi.

Ik had de geweren me niet ingebeeld, elke jongen was ineens bewapend. Zelfs de kleinste mannetjes. Ze richtte ze niet op me, ze dreigden er niet direct mee, maar ze waren er. Ze wisten dat het me bang zou maken, dat ik niet zou durven weg te gaan zonder het geld te geven, dat ik de jongens serieus zou nemen. Nu zouden ik en Val niet sterker zijn dan de groep, en zeker niet ik in mijn eentje. Waar zijn de andere toeristen? Ik zag nog net geen hooibaal over de binnenplaats rollen.  

Ik verplaatste weer terug naar het terras, ik moest hun laten zien dat ik bezig was met dingen regelen, en me niet gewoon verstopte in de bungalow.

“Is it possible that I pay later?” vroeg ik aan de leider van de bende.

“If you give me a bank account, I swear I will transfer the money as soon as I can,” zei ik wanhopig.

De jongens praatte tegen elkaar, even leek het alsof het mocht, maar daarna toch weer niet. Ja, er was aan rekening nummer, nee, ik mocht het niet later overmaken. Toen ik eerlijk toe gaf dat ik niet wist hoe ik het anders op moest lossen, belden ze de echte baas, en gaven de mobiel aan mij.

De baas was een man, hij klonk een stuk ouder dan de jongens. Toen ik hem de situatie uitlegde, zei hij heel vriendelijk, dat hij me graag zou willen vertrouwen, maar dat het al vaker is gebeurd dat toeristen hem later niet betaalden, dus hij kon het gewoon niet toestaan. Ik smeekte hem aan de telefoon, ik zweerde op alles dat ik lief had, dat hij zijn geld zou krijgen, alleen niet nu. Maar nee. Ik moest het geld gaan regelen, en de tijd was bijna op.

“Alright, I’ll figure something out,” zei ik tegen hem voordat ik ophing, ook al had ik nog geen idee hoe.

Ik ging googleen naar ‘geld ophalen in het buitenland’, en meerdere organisaties verschenen, zoals Western Union. Maar ze hadden allemaal dat je het moest bestellen en dat het even ging duren voordat je het ergens op kon halen. Dus ik zou het alsnog niet op tijd krijgen, maar om later op de dag weer geld te hebben, wou ik toch wat cash bestellen voor in Senggigi, daar was een afhaalpunt. Maar toen ik dat probeerde, lukte dat weer niet, want ik kon geen geldovermaken.

Het groepje jongens hadden de geweren nog steeds vast, het waren van die langwerpige jacht geweren. Daar schiet je niet heel gemakkelijk iemand mee dood geloof ik, maar je kan er wel erge schade mee aanrichten. Alsof dat nog niet erg genoeg was, gingen ze nieuwe tactieken gebruiken om mij onder druk te zetten. Ze waren één van de zwerf honden die ik telkens eten had gegeven, aan het trappen! Ze zagen overduidelijk hoe vreselijk ik dat vond, en gingen er toen mee door. Met moeite probeerde ik me op het scherm te focussen. Maar toen trok ik mijn mond open.

“That’s enough, I’m am going to give you the bloody money. So leave the dog out of it!” in mijn hoofd schelde ik ze helemaal verrot nu, maar ik wist dat ik dat niet moest doen in het echt, ze waren gewapend.

Toen, uit het niets, bedacht ik dat er nog een laatste persoon was die mij zou kunnen helpen. Een meid die normaal ook nu zou slapen als ze in Nederland was geweest, maar daar was ze niet. Mijn zus reisde nu door Cali,  echt aan de andere kant van de wereld, dus als het voor mij ochtend is, is het voor haar avond. Maar de kans was klein dat ze snel zou reageren, ze was bezig met een roadtrip, en dat betekend weinig Wifi. Via internet zocht ik contact met haar, en wachtte gespannen af. Ik schoot zowat door het plafond van het terras heen toen ze antwoordde. Nu stond ik er niet helemaal alleen meer voor, ook al zat er een gigantische oceaan tussen ons in.

Lisa gaf me haar creditcard gegevens, en toen wou ik daarmee geld gaan bestellen via zo’n organisatie. Dan ga ik maar later de scooter terug brengen naar Senggigi, daar ga ik ook problemen door krijgen, maar eerst moet dit probleem geregeld. Dan rijd ik maar door het donker terug, ik (en de honden) moeten hier wel levend uit komen.  

Ik moest weer een TAN-code invullen die dit keer was gestuurd naar de mobiel van mijn zus. Toen ik er om vroeg, je raad het al, had ze geen Wifi meer.

Hoeveel opties had ik nu geprobeerd? Meer dan ik dacht dat er waren. Nu begreep ik pas hoe erg ik in de shit zat.

Er moest iets zijn. Valentina was nog in het dorp, als ik haar nou ging opzoeken, dan kon ik van haar misschien opnieuw geld lenen. Waar is al deze drama nou om? Maar iets van 70 euro, dat vind ze vast niet erg om extra uit te lenen. Ik wou op mijn scooter klimmen, maar de jongens stonden toen op en liepen naar me toe.

“First money, then you can leave,” zei de leider, met het wapen onder zijn dunne bruine arm.

“I will just go to the other girl, to ask her fors ome money. See! All my bags are still in my room, do you really think I will just leave those and run?” vroeg ik.

“You can not leave,” herhaalde hij weer, zijn grip om het moordwapen werd sterker.

“Alright, just chill, I will not leave,” zei ik en stapte weer van het voertuig af.

Terug plofte ik neer op het terras. En toen schoot me nog een optie te binnen. Ik heb Lisa haar creditcard nummer, en ik kan met de laptop via Airbnb (een bookingsite) de homestay betalen als ik daar zogenaamd voor de komende vier dagen boek! Ik stelde het plan voor aan de bende, maar ze snapte er niks van. Ik ging het maar gewoon proberen, andere opties waren er nu echt niet meer. Ik boekte voor de komende vier dagen een bungalow van de homestay, en voerde Lisa’s gegevens in toen ik moest betalen. Er kwam weer een scherm, met ‘Extra security check of ING creditcard’ en toen ik al weer in elkaar zakte, sprong het scherm ineens op “payment was succesful”. Er werd geen TAN-code gevraagd! juichend sprong ik van mijn stoel op. Nog nooit was ik zo blij om een slechte beveiliging!    

Ik had mijn fingers-crossed dat nu alles goed was gekomen.

De mobiel ging af in de broekzak van de leider, met de rode lokken, en hij nam op. Na een kort gesprek die ik niet kon verstaan, zei de jongen:

“It is okay, you may leave.”

Weer rende ik zowat naar mijn bungalow, maar nu omdat ik zo blij was. Ik keek op de klok, vijf voor twaalf. Ik sloot de deur en had de slappe lach in mijn eentje. Holy shit… ik weet niet wat ze hadden gedaan als ik het niet betaald had, maar ik ben blij dat ik er niet achter hoef te komen.

Valentina kwam terug net toen ik weg wou gaan, ik vertelde haar in wat voor situatie ik had gezeten. Ze zei dat ze het geld zeker weten aan mij had uit geleend, en dat ze het heel naar voor me vond hoe de jongens hadden gereageerd. Maar ik was dus nooit in echt gevaar geweest. Zij zou me uit de brand geholpen hebben als ik niet eerder op de oplossing was gekomen.

Mijn maag knorde al weer, en ik merkte dat ik eigenlijk nog even moest rusten voordat ik weer uren op de scooter moest. Ik kon moeilijk met al mijn spullen bij een restaurantje gaan zitten, dus Val bood aan dat ik mijn spullen in haar kamer mocht leggen, en dat ik die dan later op kon halen. Ik moest maar even bijkomen zei ze.

Ik legde mijn backpack in haar kamer, en vroeg of ze mee wou. Maar ze ging weer even liggen, laat naar bed en heel vroeg op (want dan zijn de beste golven) was er vermoeiend door weinig slaap, maar ook natuurlijk omdat surfen zelf veel energie eist.

Het hondje lag lekker in de schaduw toen ik op de scooter stapte, hij lag daar alsof er niks was gebeurd. Ik deed hetzelfde, zoiets kan je maar beter vergeten. Ik laat het niet mijn vakantie verpesten, ik ben nog steeds in de stemming om door te reizen.

Ik reed alleen naar het Tomato Cafe, een restaurantje die ik de eerste keer dat ik Kuta in kwam rijden al had gespot. Want eronder stond op een bord: Home made Oven Pizza. Daar was ik nu wel aan toe. En een flink glas bier, want man man man. Dat was toch wel het meest stressvolle dat me was overkomen tot nu toe. Als ik samen met iemand had gereisd was dit niet gebeurd, alleen reizen heeft dus wel echt zo zijn risico’s, zelfs op het gebied van financiën.

De man van het kleine restaurantje was erg aardig, en zijn pizza’s kwamen echt uit een steen oven die hij speciaal voor mij aanstak. Ik koos een pizza Hawaï, want dat was viel wel in de smaak op een tropisch eiland. Het verbaasde me dat ze geen pizza Lombok hadden! Maar dan was die vast heel pittig geweest…

Toen ik vroeg om een grote Bintang moest hij lachen, hij vroeg nog net niet: weet je wel hoe laat het is? Maar zelfs als het vroeg in de ochtend was geweest, ik had gewoon echt behoefde aan een biertje.    

Het was de beste pizza die ik in Indonesië had gegeten, maar daar zijn ze heel slecht in pizza’s bakken, dus het was alsnog niet te vergelijken met een echte home made pizza van huize Steenkamp.

Een vrouw kwam het restaurant binnen, ze had een gerimpeld bruin getint gezicht van de zon, en lang bruin geverfd haar. Ze sprak Indonesisch met de eigenaar van Tomato Café, maar ze was blank en zag eruit als een toerist. Ze zag me alleen zitten, en toen ik vriendelijk naar haar lachte, vroeg ze in het Engels waar ik vandaan kwam.

“The Netherlands,” antwoordde ik, “Amsterdam.”

“Ook ja dat ken ik wel,” zei de vrouw tot mijn verassing, haar stem was laag en schor. Ze kwam over als een vrouw die nog steeds van een feestje hield, ondanks dat ze waarschijnlijk al een oma was. Ze was vrij jong gekleed, alsof ze altijd wat in haar tienerjaren was blijven hangen. Ze stak een sigaret  aan en kwam bij me aan de tafel zitten.   bvvb

“U bent Nederlands?” vroeg ik verbaasd.

“Ja, maar ik woon nu hier,” zei ze alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

“Zo dat kan ik goed begrijpen, hoe is dat zo gekomen?” vroeg ik, en ik nam weer een hap van de pizza met ananas en ham reepjes, de kaas smaakte wat nep.

“Ik ging eerst elke winter hier heen, om aan de koude winter van Nederland te ontsnappen. Elk jaar een half jaar op Lombok, en een half jaar thuis. Maar toen ik met pensioen ging kwam ik nog maar eens in de paar jaar terug naar Nederland, en nu eigenlijk helemaal niet meer.”

“Heeft u geen kinderen?” vroeg ik.

“Jawel, en kleinkinderen,” zei ze.

“Wat vinden zij ervan dat je zo ver weg bent gaan wonen? Mis je ze niet?” vroeg ik, maar net met de verkeerde toon. Ze voelde zich wat aangevallen, wat ik kon merken aan haar verdediging en verandering in lichaamshouding. Ik was zo gewend geraakt aan mensen persoonlijke vragen stellen, dat ik vergat dat ik wel moest nadenken over wat ik vroeg en hoe ik het vroeg. Ook was ik pas net een gesprek met haar begonnen, ik had niet snel al zo diep moeten duiken.

“Ja, nou, ehh… nee dat vinden ze niet erg, ik heb het uitgebreid met ze besproken, en zei hadden iets van: oke mam, ga maar lekker je gang! Als ik er gelukkig van wordt, waarom zou het mij moeten uitmaken wat zij ervan vinden? Als ik thuis blijf, verveel ik me in de koude kikkerlandje, en zij zitten er ook niet op te wachten dat ik wekelijks langskom. Dus om daarvoor nou thuis te blijven,” zei drukte haar peuk uit en bestelde in het Indonesisch ook een Bintang.

Oke, ander onderwerp, ik heb een gevoelige snaar geraakt. Dat was niet mijn intentie, je moet niet onderschatten hoe belangrijk de toon is waarop je iemand wat vraagt, ik voelde haar boek als het ware voor me sluiten.

“Zo u spreekt aardig goed Bahasa Indonesia,” zei ik, een complimentje is nu wel op zijn plek.

Comfortabel ging ze weer in bamboe stoel zitten, ze stak nog een peuk op. Een deel van haar rimpels zullen niet alleen aan de zon te wijten zijn, maar ook aan haar kettingrook verslaving.

“Ja het is een simpele taal,” zei ze, dat is waar, je pikt het gemakkelijk op.

“En hoe vond je de pizza?” vroeg ze na mijn laatste hap.

“Ja erg goed,” zei ik toen.

“Het zijn de beste van Lombok, geloof mij maar,” zei ze, en toen stond ze op en wenste me nog een fijne vakantie.

Aparte vrouw, niet echt een waardevol gesprek, maar ik vond haar idee om een huisje te nemen in Indonesië en daar te overwinteren (als een vogel) wel iets om te overwegen. Ik zou dan alleen niet Lombok kiezen maar Bali, want het hindoeïsme, dat door 83% van de Balinese bevolking wordt beoefend, trekt me meer dan de islam. Sorry als ik eerder het boeddhisme zei, het blijkt het hindoeïsme te zijn, het lijkt op elkaar, maar het heeft alsnog grote verschillen, dus ik moet deze fout even recht zetten. Eigenlijk wordt het zelfs Balinees Hindoeïsme genoemd, omdat het een eigen mix is van rituelen en geloven, zoals de verering van voorouderen en het lokale animisme. Wat deze uniek religie aan Bali bijdraagt? Ten eerste, als je over de straten van Bali loopt, zie je de prachtig gemaakte en gedecoreerde geestenhuisjes, de bloemenkransen die ze offeren met wierook terwijl ze zacht spreuken mompelen in de ochtend en avond. Boeddha beeldjes, de god Ganesha en ontspanning en meditatie waar veel waarde aan wordt gehecht. Maar nog belangrijker, Balinese Hindoes zijn de meest behulpzame en vriendelijkste mensen die ik ooit heb ontmoet. Ze doen geen vlieg kwaad, want ze zijn bang voor Karma, dat ze hun volgende leven moeten leiden als een mier. Ze zijn oprecht aardig, en je voelt dat.

Ik hou persoonlijk meer van deze religie, omdat ik de spreuken van de Moskees in de ochtend en avond (of nou ja, vijf keer per dag…) eigenlijk wat te luidruchtig vind. De Koran oplezen, schreeuwend door een schelle microfoon. Je wordt op deze manier gedwongen om aan het gebed mee te doen, terwijl je er bij het Hindoeïsme zelf naar moet zoeken om het te mogen waarnemen. Je moet er op letten, ze doen het zo vredig en onopvallend, zo liefelijk en mooi, dat de je blij mag zijn als je een ritueel bij een spirithouse ziet. Dit maakt het allemaal nog mysterieuzer, en de geur en wolken van wierook in de morgen, maakt het hindoeïsme magisch.

Ik draag Ganesha nog steeds om mijn nek (ben inmiddels in Thailand) en een Boeddha armbandje om mijn pols, niet omdat ik ineens van plan ben om mij aan deze manier van denken te wijden. Maar omdat ik zoveel respect heb voor dit geloof, ik vind dat deze religie mensen oprecht beter maakt. Terwijl de moslim cultuur niet alleen maar goede kanten heeft. Ja, het brengt mensen bij elkaar, en het laat mannen vroeg op staan en ervoor kiezen gezonder te leven, minder te drinken, in de ogen van Allah, maar vrouwen worden zwaar onderdrukt en mishandelt. Natuurlijk zal dit niet overal even erg zijn, maar een kenmerk in de islam is dat vrouwen niet gelijkwaardig zijn aan mannen, wat in het hindoeïsme wel zo is, daar mogen vrouwen ook priester worden. Dus als vrouw, en eigenlijk gewoon als mens met gevoel, vind ik dit gewoon niet kunnen. Ik heb verhalen gehoord op Lombok over hoe ze vrouwen behandelen, ik ben geshockeerd, maar dat komt in mijn volgende reisverhaal, ik stel het nog heel even uit want dat is een gesprek die ik had met iemand de volgende dag.

Maar het punt die ik hier wil maken, is dat hoe mooi een land ook kan zijn, in natuur, eten, en vriendelijke mensen, de rol van religie moet niet worden onderschat. Het kan een plek nog specialer maken, zoals voor mij op Bali, maar het kan een plek ook minder aangenaam maken. Als je voelt dat je botst met zo iets belangrijks als normen en waarden, hoe waanzinnig het decor ook is, en hoe aardig de spelers, onder het oppervlak, achter de gordijnen, ligt iets verborgen, iets dat niet klopt. Dit gevoel had ik op Lombok, er schuilen duistere geheimen in deze samenleving, zo duister dat ik ze niet kan zien, maar alleen voelen. Lombok is een mooie droom waar ik soms wakker van schrik. Als ik dagenlang geen vrouw heb gezien, en dan een dame zie als een donkere schaduw achter het raam, gewikkeld in doeken. Zij is afgesloten van de wereld waar ik vrij in vlieg alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Zij is pas gevangen…  

Ik was voldoende uitgerust, en vroeg om de bon. Vriendelijk bedankte ik lieve man voor de pizza, en steigerde weer op het beest. Grommend reed ik door Kuta, wetend dat ik dit mooie hippie dorpje moest gaan verlaten, en Valentina. Toen ik bij de bungalows was, zag ik dat ze de geweren mooi weer hadden opgeruimd. Ik had het gevaar geweken.

Ik klopte op haar bungalow en toen ik niks hoorde, opende ik de deur. Ze lag in slechts een kort broekje, en zonder BH op het bed. We schrokken van elkaar, en ik trok gauw de deur dicht.

“So sorry! I didn’t know you were still sleeping,” zei ik en keek per ongeluk nog steeds naar haar.

Snel deed ze een shirt aan, maar ik had haar borsten al gezien. Ze waren minstens even mooi als de rest van haar lichaam, het enige dat anders was, was de kleur. Ze waren spierwit, waardoor het net twee lichtbollen waren in de verduisterde kamer. De kamer had een oranje gloed van de zonnestralen die door de donker geel gekleurde gordijnen heen straalden. Het verbaasde me dat ze zo preuts reageerde over mij die haar naakt zag, gek genoeg had ik dat bij deze tropische vrouw van Uruguay niet verwacht. We zijn toch vrouwen onder me kaar? Ik heb te vaak in de sportschool met andere vrouwen naakt gedoucht, waardoor ik over die drempel ben gestapt.

Ik wou nog iets zeggen in de trant van, “You have beautiful breasts,” maar besloot het toch maar niet te doen. Ik wou haar niet de verkeerde indruk geven.

Beide moesten we hard lachen om de situatie, en daarna hielp ze met mijn zware backpack op mijn rug krijgen. Toen ik weer was omgetoverd in een pakezel met bergschoenen aan, was ik klaar voor de reis terug naar Noord Lombok. Ik en Valentina keken elkaar een tijd diep in ogen zonder wat te zeggen, maar dat zei duizend woorden. Ik deed twee passen vooruit en sloeg mijn armen om mijn Uruguayse vriendin. Stevig knuffelde ze me terug. Zoveel dingen die ik op dat moment tegen haar had willen zeggen, maar niks zou kunnen verwoorden hoe ik me op dat moment voelde. Hoe fantastisch en vreselijk het was om deze vrouw te ontmoeten, want nu was ik gehecht aan haar geraakt, maar moest ik haar weer laten gaan.

Van Kuta ging ik terug naar Senggigi, een rit van ongeveer twee en een half uur op de scooter. Ik voelde me weer zo vrij als de vorig keer dat ik met mijn grote backpack op de motorbike zat. Maar dit keer eigenlijk nog meer, omdat ik nog geen uur geleden in een situatie zat waarbij al mijn vrijheid was afgenomen, toen ik gevangen werd gehouden in het hotel. Maar nu ervaarde ik het andere extreem: ultieme vrijheid. De overgang van de ene naar de andere situatie was overweldigend. Vrij als een vogel vloog ik mijn weg terug naar Mataram. Vanaf een klein dropje een grote stad vinden is een stuk makkelijker, dan andersom het geval is. Maar alsnog, nam ik een aantal keer de verkeerde afslag bij gigantische rotondes op de snelweg, omdat het onduidelijk stond aan gegeven waar ik heen moest. Ook was het te gevaarlijk om lang naar de slecht leesbare borden op de rotonde te staren, door al het snelle verkeer dat langs me reed. Ik raakte een keer op een snelweg die me weer helemaal de verkeerde kant op leidde, maar omkeren kon niet. Het was wel een mooie detour, een vlakte aan de ene kant, en ruige bergen aan de andere kant, waar moskee na moskee uit de grond sprong.

Toen ik vanaf Mataram, terug kwam in Senggigi, bij het hostel van Abel Travel, stapte direct een jongen op mij af. Hij rende dolblij naar mijn scooter en gaf me een high-five toen ik het voertuig had stop gezet. Ik was verbaasd dat hij zo blij was om mij te zien, want ik herkende de jongen niet. Totdat ik beter naar zijn ogen keek, en ik de lieve ogen van een vertrouwd gezicht herkende.

“O my god! What did you do with your hair?” riep ik geschrokken, het was Ujie, maar zijn hele zwarte krullenbos was eraf. Ik laatje het verschil even zien, deze foto's heb ik niet zelf genomen maar van zijn Facebook, dat je snapt hoe groot het verschil was!

UjieMetHaar

Ujie is de tweede van links, zo leerde ik hem kennen. 

En zo ziet hij er nu uit.

UjieKortHaar

Verbetering, of niet dan? Kort haar jongens, kort haar, dat is gewoon mooier. Ziet er veel verzorgder en mannelijker uit. 

“You remember me?” vroeg hij, ja het was zeker weten Ujie, de stem was bekend.

“Of course I do!” riep ik terwijl ik het voertuig af stapte. Hij nam het van mij over en zette het neer en op slot. Hij was helemaal biet boos dat ik pas zo laat kwam met de scooter, ik hoefde ook niet extra te betalen gelukkig, want dat had ik niet gekund.

Toen ik mijn spullen in het hostel had gelegd, en de vrouw aan het bureau in het midden van het restaurant had gevraagd om een nacht te kunnen blijven slapen, ging ik met Ujie een biertje drinken op de bamboebank op het terras. Er waren ook weer de andere vrienden die ik had gemaakt, maar ik ben hun namen vergeten, hier zie je ze op de bamboe bank. Ujie is rechts.   

VriendenAbelTravel

Plotseling sprong hij op van de bank en was extreem enthousiast.

“I know what we must do! We will see the sunset, I know a place, a secret place!” hij rende al naar de scooter.

Kijk deze foto dan die ik vond op facebook vond laatst. Hij ging kerstbomen verkopen op de scooter. De achtergrond is de Senggigi boulevard, aan de rechterkant zit het hostel van Abel Travel, waar hij dus werkt. Even om een idee te geven bij wie ik op de scooter stapte.

Ujie   

“Come Maria! We don’t have time, almost dark!” hij ging erop zitten en klopte op het achterste deel van het zadel. Snel sprong ik bij hem achterop en reed hij als een gek de weg op. Ik kneep zijn schouders zo wat fijn, en klampte me aan hem vast. Hij ontweek het verkeer als een professionele racer, omdat hij natuurlijk jarenlange ervaring heeft op deze wegen. Adrenaline pompte door mijn aderen en mijn glimlach was weer in maximale breedte aanwezig. We waren weer een aparte bezienswaardigheid voor weggebruikers, een lachende Ujie voorop, met een gillende Mirte erachter. Het was druk op de weg, want het was bijna etenstijd, maar hij wist iedereen in te halen. Ineens stopte hij bij een winkeltje en rende naar binnen om nog gauw een Bintang te halen. Daarna vervolgde de race met de tijd door de slalommende kustwegen van Senggigi. Hij sloeg af naar links, de berg op. Het steile pad was slechts deels verhard met beton en stenen, en schokkerig en schreeuwend als in een achtbaan, liet ik me leiden over de dood enge weg door het regenwoud. Het was geweldig.

De plek was best hoog op een berg, en nadat de scooter op slot was gezet, gingen we te voet verder. Hij leidde me over smalle betonnen trappen naar een hoog plateau op de top van de berg. De afgrond aan beide kanten van de trap was levensgevaarlijk, en er was geen armleuning om je aan vast te houden, terwijl vallen dodelijk zou kunnen zijn. Voorzichtig tree voor tree volgde ik de jongen met het kort geschoren haar. Hij keerde regelmatig naar me toe om me een handje te geven, en hielp me de angst te overmeesteren. Trillend en hijgend kwam ik aan bij het plateau, een groot vierkant betonblok waar we op de rand gingen zitten. Het uitzicht was spectaculair, we konden Senggigi zien van boven af, prachtig met de zee en de ondergaande zon. Aan de andere kant van zijn geheime uitzichtpunt zagen we de massieve grote hoofdstad van Lombok;  Mataram. Met open mond nam ik de omgeving in mij op, en bedankte ik mijn Indonesische vriend dat hij deze plek aan me had willen laten zien.

P8270121

P8270122

P8270123

P8270124

P8270125

P8270127

P8270128

Samen zaten we op de rand, we deelden een Bintang en keken hoe de lucht veranderde van oranje naar roze, naar diep rood. De palmbomen zwaaiden in de warme vochtige zomerbries, en zowel de vogels als de insecten begonnen met hun avondconcert. Geuren van pittig gekruid voedsel, gemixt met verbrandt hout, stegen de helling op.  Vleermuizen cirkelden boven ons hoofd en de moskees van Mataram startte met hun gebed. De sfeer was… het was… zó bijzonder.

Ujie zette Indonesische muziek aan op zijn mobiel, en vertaalde de songteksten voor mij. Het waren liefdes nummers, waarin de man tegen de vrouw zegt: ‘Wat er ook gebeurt, wat je ook doet, ik zal altijd van je blijven houden, en er voor je zijn, zelfs in donkere tijden.’ Alle mensen hier luisteren muziek in hun moedertaal, en de nummers zijn erg krachtig en gevoelig. Met veel emotie zong hij mee, de muziek had niet meer toepasselijk kunnen zijn. Ik was gezogen in een wereld waar al mijn zintuigen werden geprikkeld, en elke registreerde hetzelfde; Indonesië. Dit land heeft mijn hart en ziel gegrepen en zal me niet makkelijk meer laten gaan. Fysiek zal ik deze plek in twee dagen moeten verlaten, maar mentaal zal ik hier nog altijd zijn, zittend op de rand van een berg in de jungle, exotische liederen van mens en dier, starend naar een schitterende zonsondergang, intens gelukkig.

P8270129

P8270131

P8270132

Maar zoals elke zondsondergang in Lombok, en Bali, het heeft een anticlimax. Je denkt, ja, ja!, JA, JA! JAAAA!! En dan hopsa kee, laag hangende bewolking precies boven de horizon die alles verpest.  

P8270133

"I just wanted to see one sunset without clouds, I have been hoping for it all my time here," zei ik en ik zuchtte. 

"But they always look like this," zei hij, "this was even a very good one," 

Maar ik hoop nog steeds op die perfecte zonsondergang, nog een reden om terug te gaan naar deze eilanden. 

P8270136

Hierboven zie je Mataram die langzaam oplichtte, de drukke islamitische hoofdstad van Lombok. Vermijd deze stad met verkeer, het is net een druk doolhof, erin gaat makkelijk, maar eruit... 

P8270138

Ik stelde Ujie vragen over zijn leven, zijn familie en zijn werk. Hij zei dat zijn vader werkte in de haven, als sterke man die kratten vis en ijs moest tillen. Zijn moeder verkoopt Indonesische gerechten in een warung (eettent). Hij is de middelste uit een gezin met vijf kinderen. Het deed me pijn om te horen dat hij een zware jeugd had gehad. Dat is niet een conclusie die ik trok, maar iets dat hij uit zichzelf zei. Hij verkocht toen hij zes was ananas en armbandjes op het strand, net als de vele kinderen die ik dit had zien doen. Daarna op zijn negende, werkte hij in de haven en was het zijn taak om vis schoon te maken. Toen hij wat ouder was, moest hij mee gaan met vissen, wat erger is dan het klinkt. Ze roeien ver de zee op in kleine smalle bootjes, dan vissen ze met netten, en gaan pas weer terug als ze een flinke buit hebben binnengesleept. Vaak slapen ze in de bootjes, langgerekt in de kleine dunne gleuf, terwijl rusten amper mogelijk is. Vallend van golf op golf, de kou op zee in de nacht, en de afwezigheid van zachte kussens ontneemt de slaap van de vermoeide vissers.

Nu doet hij dat niet meer, hij is overgestapt naar de toerisme industrie. Zo kan hij geld verdienen zonder uitgeput te raken. Hij bleek Engels goed te kunnen leren en is sociaal, dus hij is meer geschikt voor dit werk. De tegenstrijdigheid van toerisme, aan de ene kant geeft het kansen voor mensen die hier geld mee kunnen verdienen, en aan de andere kant verstoord het de cultuur. Ik wil dat iedereen gelijke kansen krijgt als ik, geld heeft en zou kunnen reizen, maar ik wil niet dat samenlevingen hun tradities en verliezen en aangetast worden door toerisme. Ik ben een toerist, maar ik haat toerisme. Het heeft een duistere kant als het een regio ongeremd laat groeien. Ik wil juist de plekken zien waar weinig toerisme is, maar ik weet dat ik juist daardoor veel invloed zal hebben op de “pure” mensheid daar, dus dat is zo dubbel!

De zon zakte in het water, en het werd donker. Maar daardoor werden alle vissersbootjes op zee zichtbaar, als vuurvliegen zeefden ze boven het water. De zon maakte plaats voor de maan met sterren, en toen de Bintang op was, en we over van alles en nog wat hadden gepraat, gingen we terug naar het hostel.

Al het personeel was al weg, en samen rookten we wiet in de keuken ander de afzuigkap. Hij kreeg een joint van een vriend van hem. Het was een hele lichte blend, en heel slecht gerdraaid, zo losjes dat hij helemaal slap was. Ujie kon er maar weinig van roken, hij werd er gauw stoned van. Maar ik, ondanks dat ik echt bijna nooit smoke, kon er prima tegen, want dit was echt extreem licht. Ik werd meer high van de nicotine, dan van de THC.

We schoven stoelen de keuken in en praatte over religie. Je weet al, het zijn allemaal moslims hier. Maar Ujie, deze lieve jongen, vond ik helemaal niet passen bij mijn idee van wat een moslim was. Hij dronk, rookte wiet, en ik zag hem nooit verdwijnen om de tijd dat de meeste gingen bidden.

“You are a moslim right?” begon ik, ik zat op een houten stoel in de donkere keuken, de afszuigkap was een fentilator in het raam, waar ik rook naartoe blies als een draak.

“Yes of course,” zei hij, zijn ogen begonnen al rood te worden.

“So, are you allowed to smoke weed from Allah?”

“Yes, I think so. Only if it’s not too much. Why else would it be there? It makes me happy, so I think it is not so bad,” zei hij lachend, zijn spleetogen stonden nu op maximale breedte.

“So what do you believe in?” vroeg ik, “What do you think happens after you die?”

“Well, that depends. If you live your life right, you go to heaven. If you do bad things, you go to hell,” zei hij helemaal zeker van zijn zaak.

Ik moest denken aan Sinterklaas toen hij dit zei, als je stout bent geweest dan moet je mee in een zak naar spanje, wordt je gestraft, maar als je lief bent geweest, krijg je cadeau’s.

“When you did stupid things as a child, did your parents make you scared by saying that you would go to hell if you would continue?” vroeg ik.

“Yes! Very scared, I am still scared. It is the worst thing that could happen,” zei hij met angst in zijn rode ogen.

Ik lachte, ik kon het niet inhouden nu cannabis mijn lachspieren strak deed staan.

“What?” vroeg hij nieuwsgierig.

“I just believe in somehing else. I don’t believe a god,”

Hij lachte, maar dit was niet zijn eerste gesprek over religie.

“Alright, yeah, I talked with more tourists about this. You don’t believe in a god, but in a force that steers everything right?” vroeg de mosilim met een joint in zijn mond en een biertje in zijn hand. Nee dacht ik, daar geloof ik ook niet in, maar gek genoeg durfde ik dat niet te zeggen. Ik was bang dat hij me niet zo mogen als ik eerlijk was dat ik in niets geloof, geen god, geen lot, geen eens een klein bijgeloof. Dus ik knikte maar, een kracht die alles stuurt, ja dat heb ik wel ooit geloofd. Maar nu ben ik zelfs van dat idee afgestapt, ik denk dat dingen random zijn, dat alles “toeval” is. Als ik onder een ladder door zou lopen, en dan zou worden aangereden, vind ik dat toevallig, maar zie ik het lopen onder de ladder niet als de oorzaak van ongeluk.

 Ik ging er niet verder op in, ik wou onze band niet schaden, en wist niet hoe hij zou reageren. Hij is anders in alles; huidskleur, oogvorm, normen en waarden, taal, jeugd, ideeën over het leven en de dood. Je kan zo op interessante gesprekken komen, maar het is moeilijk te weten waar de grenzen liggen, en of je niet de vriendschap verzwakt.

“Do you like to talk about religion with tourists? Or don’t you like to hear that some don’t believe in your god?” vroeg ik, de beste manier om erachter te komen waar de grenzen liggen.

“No! I like to talk about it. I find it funny,” zei hij, wijs antwoord van deze 28 jarige.

 “You should not have to be afraid to go to hell, I am sure it doesn’t exist,” zei ik serieus.

Nu schaterde hij van het lachen en hij stak me aan.

“I mean it!” zei ik, wat rook ophoestend, “I think your parents just use it to scare you, so you will be a good boy,”

Natuurlijk was hij niet over te halen, dat was het punt ook niet, ik was gewoon benieuwd wat hij dacht van het leven, en hoe hij zou reageren. Maar hij nam het goed, want hij dacht natuurlijk dat ik degene was die gek was, terwijl ik dat dacht van hem! Atheïsme is eigenlijk ook een geloof, een geloof dat er geen god of iets bovennatuurlijks is. Atheïsme is een religie die niet gelooft in religies. Tenminste, zo zie ik het. Want als ik dingen hoor die ik niet geloof, dan schiet ik gelijk in de verdediging. Als ik hoor dat iemand iets magisch heeft meegemaakt, geloof ik dat niet, en zal ik alle andere manieren proberen te bedenken om de gebeurtenis te verklaren dat het niet ‘magisch’ is. Maar dit zijn realisaties die ik had met een filosofisch gesprek diep in de nacht in Bangkok, dus dit mag ik eigenlijk nog niet bij dit gesprek vertellen. Nu was ik er nog van overtuigd dat atheïsme geen religie is, en het boven al het andere staat, maar hoe meer mensen ik spreek, hoe meer ik ga zien hoe veel overlap er is tussen de “geloven”. Dingen zijn niet zo simpel als ze lijken, dat is iets dat ik geleerd heb.

Nadat de joint op was, gingen we stoned liggen op een bamboe bank binnen in het lege restaurant van het hostel. De stroom viel uit, en hij haalde een kaarsje van de buren. Hij verwarmde eerst de onderkant van de kaars.

“Ujie! You are so wasted, you light it on the wrong side!” zei ik lachend.

Maar nee hij deed het goed, hij smolt de onderkant zodat hij die op de tafel vast kon plakken. Wat handig, dacht ik toen, zo had ik er nog nooit over nagedacht! En het bleef kaarsrecht staan, zo leer je nog is wat over een voorwerp waarvan je dacht dat je die al kende.

In het kaarslicht werd de sfeer aardig romantisch. Hij sloeg een arm om mij heen, maar ik voelde me er wat ongemakkelijk bij. Ik had weer moeite om nee te zeggen, weer, ik wou zijn gevoelens niet kwetsen! Hij begon met zijn vingers hard te wrijven op mijn boven arm. Hij vond dit vast vallen onder “streelen” maar ik vond het meer “schrapen”. Toen hij naar me toe kwam voor een kus draaide ik de andere kant op.

“What is wrong,” vroeg de lieve jongen, godver, ik had weer is de verkeerde signalen gegeven. Ja, ik vond hem lief, en ja daarom deed ik aardig tegen hem, maar nee ik voel niet meer voor hem dan gewoon een vriend.

Kom met een smoes nu Mirte, gauw, een goede. Kwets de gevoelens van deze schat niet.

“It is just, I like you, but…” zei ik, o nee, dit ging de kant van de waarheid op. Gauw geeft het een twist, bescherm zijn gevoelens!

“It is just, that I don’t want to grow attached to you. I will leave Lombok tomorrow, and I don’t want to miss you. If I kiss you now, I am afraid I will like it and it will be hard for me to leave,” zei ki, niet eerlijk. Maar oo, ik vond het goed bedacht van mezelf!

Helaas had ik nu een soort van gezegd dat ik hem leuk vond, en daardoor was hij nu nog kleffer.  Hmmm… waarom kan ik altijd zo eerlijk zijn, behalve als het er echt toe doet? Weer zit ik in een situatie waar een jongen aan me zit terwijl ik het niet wil. Als ik er zo terug over schrijf, dan zie ik dat dit echt een probleem is van mij, ik moet hier aan werken. De volgende keer, dan ben ik eerlijk! Wacht maar!

Hij gaf me een kus op mijn mond, en ik duwde hem weg.

“Please,” zei hij toen, “You have such sexy lips,” hij streelde mijn roodroze lippen met zijn donkere vingers.

“Sorry Ujie, I am just stoned, and tired, I will go to bed. I am really sorry,” zei ik eerlijk. Hij wou me niet laten gaan, maar ik wist dat hij me plaagde. Ik gaf hem een kus (geen franse) op zijn mond, en wenste hem welterusten. Toen liep ik de trap op om naar mijn bed, die stond tussen de vele stapelbedden met snurkende backpackers.

Ik hoorde hem nog in de schemering van het kaarslicht voor me roepen, maar ik gaf er geen aandacht aan en ging liggen op het muffe bed. Ik ademde diep uit, opgelucht dat ik me had verlost uit zijn grip. Het is een schat, maar zelfs als ik gevoelens voor hem had, zou ik die onderdrukken. Zie je mij al met een islamitische man? Ik opgesloten in een huis en mijn lichaam en geest verknelt in lappen stof. Nooit dat ik dat laat gebeuren, nooit dat ik mijn vrijheid opgeef. Zelfs niet voor zo'n lieve man. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Tineke Kriek:
    7 januari 2017
    Goed zo Mirte!!! Wat kun jij je goed staande houden en er ook goed over terugdenken/schrijven.