Day 18: 3rd day of Rinjani: Back to Civilization, Surrendering in Senggigi, Jazz & Late Evening Jams

21 augustus 2016 - Senggigi, Indonesië

In de nacht werd ik nog erg vaak wakker, om me om te keren natuurlijk, maar ook van groepjes die steeds op het veld aankwamen om daar ook een kamp te maken.

Voor de zon opkwam stonden we naast onze tent. Ik was zo blij met het goedkope Hema klokje dat ik mee had genomen, die ook de temperatuur aangeeft. Waarom? Anders had ik geen wekker gehad! Zonder mobiel en alleen in een tent, ik weet niet hoe ik anders op tijd mijn bed was uitgekomen. Ik had het klokje nog op de Nederlandse tijd staan, elke keer als ik erop keek rekende ik er 6 uur bij op. Je kan de tijd op de klok heel gemakkelijk wijzigen, maar ik vond het leuk om te denken aan iedereen thuis, om te weten hoe laat het daar was. Het klokje heeft heel wat meegemaakt. Ik had het zelfs mee met de Amerika reis waarbij ik en mijn gezin met een camper door het westen van de VS reisden. We waren in Las Vegas aan het shoppen in een giga kleding outlet, toen we de shopping mall uitliepen was het zo heet dat ik rende naar de camper verlangend naar verkoeling. Toen ik de camper in stapte, bleek die in de zon te hebben gestaan, want het was zelfs nóg heter. Het klokje gaf 49.5 graden aan, ik zal dat nooit vergeten, alsof mijn ingewanden kookten.    

Maar hier was het stervenskoud. We keken elkaar verrot aan, elke dag zagen we er net ietsje erger uit. Ik voelde me 60 jaar ouder, zo stond ik er ook bij, met kromme rug en wandel tak. Mijn grijze haar van het stof en de grote bril met dikke glazen op mijn neus, maakten het plaatje af. Drie dagen niet gedoucht, zelfs het haar van Karin de Kapster stond zo wild dat vogels het voor een nest aan hadden kunnen zien. Mijn knieën maakten enge krakende geluiden terwijl ik liep. De pijn was iets gezakt doordat ik mijn gewicht over de stenen had verspreid in de nacht, en de knieën dus even hadden kunnen rusten. Maar ze waren verre van oké, als ik nog langer zo door bleef gaan, had ik een knieoperatie moeten ondergaan.

Met spleet oogjes en opgezwollen wallen die eronder bungelden, zaten we dicht tegen elkaar aan op het zijl naar de zonsopgang te kijken. Iedereen had slecht geslapen weer, maar we lachten, we gingen vandaag eindelijk naar huis. Onze huidskleur was drie tinten donkerder geworden door de laag viezigheid. Er was een smaak in mijn mond, alsof er iets in gestorven was. Ik herinnerde me ineens dat ik mijn tanden nog geen één keer gepoetst had sinds de beklimming! Zo zie je maar hoe erg verward ik was van het hele avontuur. De pannenkoekjes met ananas ringen waren weer een fijne bodem voor de tocht. Geeltje, de tienergids, vroeg of we nog een kleinigheidje aan de jongens wouden geven die onze tassen en tenten hadden gedragen, en heerlijk hadden gekookt drie keer per dag. Na een kort overleg, besloten we allemaal 100 000 roepia in te leggen en te geven aan de jongens. 500 000 roepia werd verdeeld over de vijf jongens, allemaal zo’n 7 euro. Klinkt niet veel, maar ze waren er erg blij mee.

We begonnen met lopen, sneller dan ooit. De weg was prachtig, over bruggetjes, over kiezel paden van opgedroogde rivieren, grasvelden met gras zo hoog als in een maïsveld, als door een doolhof liepen we tussen het gewas. Ik begon met zingen, heerlijk vals met mijn droge stoffige stem: “It’s a beautiful daaaay! The sun is shining, I feel good, and nooothing is gonna stop me now..” Iedereen keek lachend om maar niemand deed mee, helaas.

We kwamen weer bij het bos, dat op de heen weg ons leven had gered van de brandende zon. We wisten dat het niet ver meer kon zijn. Ineens herinnerde ik me dat Bart jarig was vandaag! Hij liep helemaal voorop, maar ik schreeuwde “Hee pipo!” (iets wat ik ze vaak had horen zeggen) hij voelde zich gelukkig aangesproken. “Gefeliciteerd ouwe lul!” Hij straalde nu niet alleen van het zonlicht, maar ook van binnen. Ik was blij dat ik het niet volledig was vergeten.

Nog nooit was ik zo blij om koeien te zien! Dat betekende het eind van het pad. Man man man, want een tocht. Wat een vreselijke tocht. We zagen groepjes die net op weg gingen. Ze keken ons van top tot teen aan met een verbaast gezicht. Ja zo ga jij er ook uit zien vriend! dacht ik toen ze mij analyseerden. Ik had bijna willen zeggen, “Ga terug nu het nog kan!” of “Het waren de ergste dagen van mijn leven,” maar ik besloot mijn mond te houden. Ik wou niet nu al hun lach bederven. Ik herinner me nu dat Geeltje ook had gezegd op de berg: “At the bottom of the mountain everybody is smiling, but at the top everybody is crying.” Helemaal waar.

We zagen de eerste verschijnselen van de bewoonde wereld, we hoorden mensen, auto’s en zagen een aantal kraampjes. Ik voelde me alsof ik weken verdwaald was in het wild, en eindelijk de beschaving had gevonden. Ik kon de weg wel kussen. Gillend van blijdschap riep ik: “Did you miss me civilization? ! You better watch your back now I am back!” Ivi vond het erg grappig. Haar kont was nog bruiner dan die van de anderen, een flap van haar broek hing losgescheurd naar beneden. Tijdens het glijden van de vulkaan af, was van haar broek bijna niks overgebleven, maar zij was gelukkig nog helemaal heel.

We stormde een winkeltje binnen en kochten koekjes en sapjes. Koekjes had ik wel verdiend na de afslachting. De pick-up truck kwam aanrijden, we kropen er dit keer met veel meer moeite op. Maar erin zitten was goddelijk, eindelijk niet meer zitten op de grond, mijn knieën waren me eeuwig dankbaar. Ik en Ivi waren dom genoeg om weer aan de achterkant van de bak te zitten, waardoor we weer de lucht in vlogen bij elke hobbel. Dit keer nog veel hoger, door de vele kilo’s die we waren achtergebleven op de berg. Maar bang was ik niet meer, gelukkiger dan dit kon ik me niet voelen. We waren terug, we hadden het overleefd, we hadden een onwijs avontuur meegemaakt en het mooiste uitzicht ooit gezien. Ik deed mijn ogen dicht terwijl ik zat in de achterbak van de snel rijdende auto die reed door het tropische regenwoud en vele bergdropjes. Ik nam alle geluiden in mij op, de roepende verkopers van tentjes waar we langs reden, de lachende mensen, de brommende scooters, de kinderen die speelden op straat en de exotische vogels zingend op de achtergrond. Het was fantastisch om weer terug onder de mens te zijn, en dan wel in Lombok. Dit onbekende eiland had snel een plek in mijn hart gekregen, een plek die mijn hart vervulde met warmte en groene bossen. Een bekend gevoel stroomde op dat moment door mijn aderen, ik voelde me gelukkig, maar nog belangrijker, ik voelde me thuis.

We kwamen terug bij het kantoor op de berg, je weet wel, met het uitzicht op die mooie reflecterende rijstvelden. De hele groep Indonesische jongens waren weer aanwezig. Ze lachten ons uit om hoe we eruit zagen en liepen, maar ze hadden zeker niks anders verwacht. Ik riep naar ze “O my god! That was so easy! I can go back and climb it again, no problem at all!” De jongens kregen grijnzen op hun gezicht. Ze genoten ervan om ons zo toegetakeld te zien. Dit was dus de wraak die ze namen om ons te laten boeten voor de uitbuiting en oorlog in het verleden. Onze grootouders moesten is weten, de rollen waren nu omgedraaid.

Het eerste wat ik deed, was naar de tassen om te checken of ik alles nog had. Het was een grote opluchting toen ik mijn laptop in mijn tas voelde, hij was er nog. Waardevolle spullen worden dus niet altijd gejat als ik ze onbeheerd achter laat, maar mijn mobiel had me goed laten schrikken de vorige keer. Pasport? Ook nog in de tas, klaar om te gaan naar de volgende bestemming. Vlak voordat we gingen, kregen we nog een heerlijke ijsthee van de jongens. Ik heb uiteraard ook nog een klacht ingediend bij de organisator.  Dat ze ons niet hadden gewaarschuwd over hoe zwaar het zo worden, en natuurlijk dat er geen matras was, dat kon gewoon echt niet. Hij zei dat ze eerst wel matrassen hadden, maar dat mensen daar ook over klaagden. Dus toen hebben ze ervoor gekozen niks mee te sjouwen naar boven! Ik zei dat hij zoiets dan tenminste moest melden, dat mensen zelf een luchtbedje kunnen meenemen (desnoods zo’n simpel ding voor op het water!) want alles is beter dan de stenenvloer. Maar ik denk niet dat hij mijn advies heeft opgevolgd, hij wilt natuurlijk geen geld mislopen. Hij heeft vast liever dat mensen er pas op de berg achterkomen, als ze al betaald hebben. Oppassen met zulke organisaties dus, als jullie nog een berg durven te beklimmen na mijn verhaal ;) 

Toch hebben we nog een foto van onze groep laten maken, met Geeltje de tienergids. Voor het eerst ben ik blij met een slechte kwaliteit foto van een mobiel, zo zie je niet goed hoe vreselijk ik eruit zag! Van links naar rechts: Bart de Brabander, Karin de Kapster, Geeltje de Tienergids, Ivi de Kontkruiper , Ik, en Kathy de Scheetsnurker. 

rinjanigroup

Maar goed dat ze dit blog niet lezen…

Wat is de volgende bestemming van mijn Lombok avontuur?  Daar was ik toen diep over aan het nadenken. Ik had eerder al gezegd dat ik een lift naar Kuta Lombok wou. De organisatie, Abel Travel, zou ons met een busje droppen waar we wouden. Kathy & Ivi wouden toevallig ook naar Kuta, dus dan konden we samen gebracht worden. Het Brabantse koppel ging naar Gili Trawagan, het party eiland van de drie bekende Gili’s . Gek genoeg had ik geen zin om te feesten, een eiland stamp vol met dronken toeristen? Hell no!

Raar hoe mijn gedachten daarover zijn verandert in slechts een korte tijd. Eerst dacht ik dat mijn vakantie in Indonesië zou gaan op deze manier: ik kom aan op Bali, want daar is het vliegveld, maar daarna ga ik direct naar Lombok omdat Bali me te druk leek. Op Lombok ga ik naar Kuta en daarna nog twee weken feesten op de Gili’s. TWEE WEKEN feesten op de mini Gili eilanden! Dit had ik op 17-jarige leeftijd vast gedaan, maar nu staat mijn hoofd daar niet meer zo naar. Ik ben erachter gekomen dat feesten in het buitenland eigenlijk een onwijze tijd verspilling is. Ja natuurlijk ontmoet je veel lieve mensen, en heb je een leuke tijd (die je deels weer vergeten bent de dag erna). Maar dit kan overal, ook thuis. Je zult wel iets van het land zien, maar lang niet zoveel als mogelijk is. Van de mensen die je ontmoet, zijn het ook internationals, en niet de locals. Je krijgt de cultuur amper mee en de verschillen tussen regio’s in mensen, manieren, accenten en prachtige natuur. De ervaringen die echt boeien, laat je eigenlijks links liggen. Zonde. Mijn advies? Ga zo ver mogelijk weg van de toeristische plekken, en zie het land voor wat het is, zonder alle prutsen en prullen, dan is het namelijk veel echter en mooier.  

Nu had ik het gevoel van ‘dingen links laten liggen’ weer een beetje. Een lift naar de andere kant van het eiland… hoe veel vetter zou het zijn als ik met eigen vervoer daar ga proberen te komen? Ik keek vlug op mijn laptop en zag dat het slechts zo’n 2 uur rijden was van de ene naar de andere kant van het eiland. Ik liep naar de organisator toe: “Is it possible to change my destination? I want to go to Kuta myself, on the motorbike. I want to rent one in Senggigi.” Hij knikte en zei “I can bring you back at the office in Senggigi. There you can rent a motorbike.” Dat hoefde hij geen twee keer te zeggen. Zowel de Nederlanders als de Oostenrijkers keken me aan alsof ik gek was. Maar het was juist heel slim. Ik heb nog ruim een week voordat ik terug moet zijn in Teluk Nare voor de boot naar Bali om mijn vliegtuig te redden. Als ik dan in Senggigi een scooter huur, wat dichtbij Teluk Nare is, ligt dat op de weg terug! Je moet dus eigenlijk altijd een scooter huren op een plek, waarvan je weet dat je er later weer moet zijn om verder te reizen met ander vervoer, een boot of vliegtuig. Dan heb je geen taxi’s meer nodig om van de ene naar de andere homestay te reizen! Op Bali had ik dus eigenlijk direct naar Pedangbai moeten reizen om daar een scooter te huren, zodat ik heel Bali had kunnen verkennen, om vervolgens de boot naar Lombok te pakken. Ja daar leer je van! Karin riep dat ze voor geen goud op zo’n ding zou stappen hier, terwijl ze wel een ervaren bestuurder was. De andere twee meiden hadden er nog nooit op gereden en vonden het zeer onverstandig om dat hier te leren. Haha... ik heb ze het verhaal van mij in Bedugul verteld. Maar ik kon ze niet van gedachten veranderen, het is inderdaad ook wel gevaarlijk (denk aan meisje met vieze wond van scooterongeluk). Maar het is een risico dat je moet willen nemen voor de ongelofelijke voordelen, beter kan je hier niet van A naar B, en mooier zeker niet.

We stapten dit keer in een busje, niet in een pick-up truck. Wel zo fijn voor je kont voor een lange reis. We hadden nu ook al onze spullen met ons mee, dus we hadden niet in de achterbak gepast. We reden weer langs de mooie kust in het noorden van Lombok richting het westen. Ik maakte van dit uurtje samen in de bus goed gebruik, door alvast wat plannen voor mijn derde bestemming te maken. Ik vroeg aan de groep of ze ooit in Thailand waren geweest, en ja hoor, allemaal. Ik heb gevraagd wat de mooiste plekken waren, de leukste, slechtste, en voornamelijk ook waarom. Want zij kunnen een eiland wel heel leuk vinden omdat het erg toeristisch is, maar dat is voor mij juist een minput. Ik heb in mijn notitie boekje opgeschreven wat ze te vertellen hadden. Nu in Hong Kong ben ik deze plekken aan het bestuderen, en ze blijken hele goede tips te hebben gegeven! Maar dat is voor een verhaal in de toekomst.

Na afscheid te hebben genomen van de lieve Brabanders, die werden afgezet bij de haven naar de Gili’s, reden we verder langs de kliffen en onbewoonde stranden die ik al goed herkende van mijn eigen ritjes langs deze plek. Vanuit de auto, was het lang niet zo mooi als vanaf de scooter. Maar alsnog om je hart sneller te laten kloppen. We kwamen aan bij de boulevard in Senggigi. Ik wenste de meiden een fijne reis naar Kuta, en zei dat ik ze daar wel tegen zou komen morgen, en dat we samen een heerlijke massage moesten nemen op het strand om onze zere voeten te verwennen. “See you in Kuta!” riepen ze zwaaiend vanuit het raam terwijl ze uit mijn zicht verdwenen. Ik draaide me om naar het kantoor/ hostel/ restaurant van Abel Travel, en plots stond de jongen met de wilde bos haren voor me met een brede lach op zijn gezicht. “You!” zei hij, “It is you!” Opgetogen droeg hij mijn spullen voor me. Het was Ujie, de jongen die zei “I like your face” en die graag mijn ukelele afpakte en voor me speelde. Ik merkte gelijk hoe gesteld hij op me was, hij rende naar de koelkast voor een Bintang voor mij, en ik moest gaan zitten op de bamboe bank. Ik vertelde hoe verschrikkelijke beklimming ik had gehad, en dat ik eerst even moest douchen. “I play song for you, we share Bintang, and then you go take a shower?” Oké goed dan, ik kon moeilijk nee zeggen tegen deze lieve jongen.

Ik vroeg aan Ujie of ik een scooter kon huren, en dat kon, maar pas de volgende morgen vanaf 10 uur. Ach, eigenlijk wel beter, dan kan ik even rusten voordat ik de weg op stap. “Do you want to sleep here tonight?” vroeg Ujie, ik zag een glinstering in zijn ogen. Ik had zelfs daar op de bamboe bank kunnen slapen, dat aanbod kwam erg gelegen aangezien ik bekaf was. “Yes, that would be great.” Hij liet mij zien waar de kamer was. Achter in het ‘kantoor’ was een trap naar boven, en daar was een kamer vol met hoogslapers. Het heeft me, zonder grappen, tien minuten gekost om naar boven te komen. Ik kon geen trap meer lopen, de spieren in je benen die normaal aanspannen als je je voet wilt optillen, waren te stijf en pijnlijk bij mij om dat te doen. Ik kwam er na een tijdje experimenteren achter, dat ik zijwaarts nog wel (een soort van) de trap op kwam, als een soort manke krab. Halverwege de trap stond ik stil, te moe om nog naar boven te gaan, maar ook te moe weer naar beneden te gaan. Weetje waar ik op dat moment naar verlangde? Zo’n stoel die sommige oudere of invalide mensen hebben die als een soort lift langs de trap omhoog gaat! Wat een uitvinding is dat zeg! Wie had gedacht dat ik dat op 20 jarige leeftijd al zou verlangen naar zo’n lift stoel. Ujie heeft me uiteindelijk (na lang lachen) geholpen. Eindelijk boven, zag ik de kamer en besefte ik dat dit mijn eerste hostel was van deze vakantie. En dat ik gelijk met zo’n 20 mensen in een ruimte sliep!

P8210423

P8210422

Het was slechts drie euro per nacht, dus als je echt voor geen geld wilt leven, kan dat in de hostels hier. Hij liet me ook zien waar de douche was. Ijskoud natuurlijk, maar dat boeide me nu helemaal niks meer! Ik moest schoon! Anders was ik in de zee gesprongen (of nouja gekropen, we houden het realistisch). Zelfs de rode nagellak van mijn vingers was zo versleten dat het er zeer onverzorgd uitzag. Ik verzocht Ujie vriendelijk om even weg te gaan zodat ik een uitgebreide schoonmaak beurt kon doen. Modderstromen liepen langs mijn voeten toen ik de kraan open draaide. Het was een soort regen douche, een ton met gaten erin geboord, het deed me denken aan de “rain dance” douche kop bij mijn ouders, maar dan net even anders. De harde stralen gaven een soort massage op mijn verkrampte rug. Nog nooit was een koude douche zo verwarmend geweest, mijn hygiëne was weer in orde.

P8210424

Ik ontdekte een waanzinnig balkon naast de slaapruimte, met een uizicht over de boulevard van Senggigi. Ik heb daar heerlijk mijn nagels zitten lakken en mijn ouders gemaild dat ik weer veilig terug was in de bewoonde wereld en de vulkaan had beklommen! Ik had geluk met de slaapplek, want blijkbaar was er nog maar 1 bedje vrij. Ik ontmoette een paar meiden uit Duitsland en een jongen uit Australië toen ik terug kwam in de slaapkamer om mijn tas uit te pakken, maar er was niet echt een klik. De Australiër praatte voornamelijk over surfen en de meiden met elkaar. Toen ik echter beneden kwam, schoon en wel, zat er een heel apart meisje op de bamboe bank. Lange bruine krullen, vol met tattoos, geen BH, en ze sprak in vloeiend Engels met de medewerkers van het hostel. Ondanks dat haar lichaam mooi slank was, had ze een iets minder volmaakt gezicht. Ze kon heel arrogant kijken en trok de aandacht door erg luid te praten en zich overdreven te uiten. Maar ik vond dat juist wel wat pittigs hebben, ik voelde een vonk. Nee mam, ik ben niet lesbisch. Ik bedoel dat er een vriendschappelijke klik was, en zij voelde overduidelijk hetzelfde. Ik sprak haar aan: “I love your tattoos, especially the Indian girl on your thigh.” Ze bedankte me en sprong op van de bank om uitbundig de rest van haar inkt collectie te laten zien. Tribals, vogels, bloemen, piercings de hele mik mak. Ik begon te vertellen over de Rinjani trekking en dat ik net terug was. Zij vertelde dat ze al een lange tijd in Indonesië was geweest. Ze maakte een wereld reis van een jaar, en was al naar vele plekken geweest. Ze raadde mij de Filippijnen en Flores aan. Flores was volgens haar het mooiste eiland van Indonesië, het ligt een paar eilanden oostelijk van Lombok. Ik heb beide regio’s uiteraard op mijn lijstje genoteerd voor mijn toekomstige reizen. De Filippijnen staat na al mijn gesprekken met medereizigers op een dikke nummer 1, dat wordt hoogstwaarschijnlijk mijn eerst volgende bestemming als ik Nederland weer zat ben.

Cici was haar naam, Cici the Shark girl, want ze vertelde graag over haar grote liefde voor haaien. Vreemd hè? Niet bepaald mijn favoriete dier. Ook al ging ik vroeger langs de deuren om geld op te halen om de haai te redden. Dat was meer omdat het een belangrijk dier is voor het ecosysteem, een essentiële niche, niet omdat het beest zo hartverwarmend is. Maar zij vond van wel, daarom dook ze ook veel, in de hoop om zo’n gigantische vis met glimmende tanden te zien. Mijn grootste nachtmerrie was haar grootste droom. Gek dat we alsnog zo goed met elkaar opschoten.

Ze was ook in China geweest, ze had in het vasteland gereisd voor een tijd. Ze gaf me advies over essentiële apps die je nodig hebt, zoals een Mandarijns woordenboek en een app om hostel te boeken, ik heb als een student aantekeningen gemaakt. Ze maakte me bang met verhalen over hoe vies de Chinezen zijn. Ze laten scheten en boeren tijdens het eten, en snuiten luidruchtig hun neus inhoud op de vloer (net als voetballers), zelfs als ze in een restaurant zijn! O, en ze waren niet erg lief, ze verstaan je niet waardoor ze het teveel moeite vinden om je de weg te wijzen. Ik voelde me rottig, ik was gek op deze plek, op deze mensen, en nu moest ik al bijna naar Hong Kong. Waar de mensen misschien helemaal niet aardig zijn, en nog goor ook. Maar ze zei dat de mensen van Hong Kong vast een stuk beschaafder en vriendelijker zijn, ze spreken tenminste Engels en zijn vrij Westers. Laten we het hopen.

Ze vroeg of ik zin had in Happy Hour op het strand, ze drukte een flyer in mijn gezicht. Typisch Indonesië, maak je reclame voor een restaurant met Happy Hour, zet je er niet de naam van het restaurant bij! Dit werd nog een hele zoektocht, en we hadden nog maar drie uur om het te vinden voordat het verkoop van de goedkope cocktails ophield. Ik wou bijna nee zeggen, ik was dood op van de drie dagen ervoor. Maar dit energieke meisje stak me aan met haar enthousiasme, daarnaast zou ze de dag erna vertrekken op een boot/duik tocht van een week, dit was mijn enige kans haar wat beter te leren kennen.

We wouden beginnen aan de speurtocht, toen ik ontdekte dat mijn slippers niet meer bij de ingang van the Office lagen. Dat is wel een gevaar als je altijd je schoenen uit moet doen als je een ruimte in gaat in Azië, soms zijn ze foetsie. Zonder te mopperen, ben ik op blote voeten de straat op gegaan. Natuurlijk lette ik wel wat extra op glas en viezigheid, maar het gaf onverwachts eigenlijk een geweldig vrij gevoel. Lekker met mijn teentjes in de buitenlucht. Ik voelde me meer gerelateerd met het landschap, nu ik er echt en directe connectie mee had en alle contouren en structuren van de oppervlaktes voelde onder de zolen van mijn voetjes. Mijn blaren waren ook blij met de frisse lucht voor de verandering, die konden eindelijk even ademhalen. De koude vierkante tegels van de supermarkt voelde wat minder prettig aan, maar het geluk zat weer met me mee, want ze verkochten slippers in de Indomart! De jonge mensen achter de kassa wouden de slippers in een plastic tas meegeven, maar toen ik dat afwees en ze daar ter plekke aantrok, moesten ze hard lachen.

De expeditie kon verder gaan nu de benodigdheden waren aangeschaft. Lurkend aan waterijsjes liepen we verder. Senggigi is een klein dorpje met echt zijn eigen karakter, ondanks dat het erg toeristisch is, raad ik je wel aan het een middagje te bezoeken. We gingen richting het strand, ik liep heel langzaam met mijn pijnlijke voeten, maar Cici hield er rekening mee. We kwamen bord na bord tegen met “Climb the Rinjani!” en “Volcano Tour!” telkens zuchtte ik hardop, ik wou er niet aan herinnerd worden, de wond was nog te vers. Cici vond me hilarisch.

We zagen nu zelfs een groot reclame bord van Happy Hour, maar opnieuw stond er geen locatie bij! We vroegen aan vele toeristen en locals of ze wisten waar het was door ze de flyer te laten zien, maar niemand had een idee. Nog een reclame bord verscheen: “Jazz World Music Festival Senggigi beach.” Dat verklaarde waarom het vandaag drukker was dan normaal, wat een toeval! Ik was direct blij dat ik mee was gegaan met Cici, een Jazz festival had ik niet willen missen. Het is niet mijn lievelingsmuziek, maar ik heb er zeker wel liefde voor. Zeker op een tropisch strand klinkt het erg aangenaam in de oren, toepasselijk ook. Op het gele zand was een podium gebouwd waar mensen voor zaten of stonden te luisteren. Een band stond te swingen op het podium, vele mensen maakten foto’s. Maar weinig mensen dansten, misschien omdat het nog middag was. Het was een vrij relaxt festival, geen overdadige alcohol consumptie, en alle leeftijden waren aanwezig.

P8210425

P8210428

P8210429

Cici liep verder terwijl ik er achteraan strompelde. We liepen richting het noorden langs de kust, we bekeken restaurant na restaurant, maar geen van de horeca gelegenheden was de juiste. Een bruggetje verscheen die over een riviertje liep die de zee instroomde. Het bruggetje bestond uit een trappetje omhoog met absurd hoge treden, en ook zo’n trappetje weer naar beneden. “Cici, I can’t do this. I can’t walk the stairs,” Ze giechelde. “I am not kidding!” riep ik hopeloos, maar ik vond het zelf eigenlijk ook wel komisch. “Come on Maria! We will just check the two last restaurants after the bridge. You have come all this way and maybe it is there, we could miss it when we are so close,” goed daar had ze een punt.

Ik stond oog in oog met de brug. Met al mijn kracht probeerde ik mijn voet op te tillen terwijl ik schreeuwde van de pijn, maar ook deels als uiting van kracht, je weet wel, wat die brullende mensen in de fitness ruimte soms doen als ze een zwaar gewicht op heffen. Hoe dan ook, alle ogen in de buurt van de brug waren op mij gericht. Ik kon niet een simpel trapje op of af zonder er een onwijs beschamend kreunend tafereel van te maken. Alle nieuwsgierige toeschouwers heb ik verteld dat ik net terug kom van de Rinjani, en niet gestoord was. Ze begrepen het toen gelukkig goed.

Maar het was gelukt, het obstakel was ik gepasseerd. Nu kijken of mijn offerring zijn (gefermenteerde) vruchten wierp. De eerste niet, maar de laatste had Happy Hour! Het bleek alleen niet die van de advertentie te zijn, en toen we op de prijslijst keken zagen we dat het alsnog heel duur was. Godver de godver, het voelde meer als Crappy Hour.

Daar ging ik weer terug over de brug, schreeuw schreeuw kreun zucht lach, en daarna langs de kustlijn naar het zuiden. We liepen nu non stop. We hadden nog maar een kwartier, anders was Happy Hour over. Als het fysiek mogelijk was hadden we gerend, maar ik liep alsnog vrij snel voor iemand in mijn conditie, met een ernstige vorm van RRR: Ruined Rinjani Rotness. Het was niet eens zo zeer de trek in een drankje, maar voornamelijk de drang om de queeste binnen de tijd te halen.  

Het allerlaatste restaurant dat we tegen kwamen, de enige die we nog niet had bezocht, bleek degene te zijn met Happy Hour! Helemaal aan de andere kant van het strand, in het zuidelijkste deel. Het duurde nog maar vijf minuten, dus we stonden in de rij zenuwachtig te stuiteren. En ja hoor! In laatste twee minuten hebben we vier drankjes in één keer besteld, zodat we er twee gratis kregen. De cocktail smaakte extra lekker nu die de helft van de prijs was, en het biertje ook.

P8210430

P8210433

Trots zaten we te slurpen aan een tafel met prachtig uitzicht over de oceaan. Een live Indonesisch bandje speelde covers van bekende westerse nummers. Ik was de enige die hard klapte na het einde van elk nummer, wetend hoe motiverend dat is, en uit respect voor de aardig goede band. Cici bleek uit Spanje te komen, een grote verassing voor mij, want ik had nog niemand uit Spanje ontmoet hier en ze sprak zo goed Engels! Toen ze haar mobiel opnam en in vloeiend Spaans sprak zat ik er met mond open bij te kijken. Prachtige taal, Spaans ga ik zeker nog leren, al is het alleen om door Zuid-Amerika te reizen.

Een man liep over het strand met een prachtige doek, het wapperde in zijn armen, een verkooptruc die bij mij goed werkte. Ik had al een rode en een groene Bali doek, ik hoefde er echt niet nog een. Maar hij was zo mooi, zwart en blauw met bloemen en olifantjes met in het midden een ronde vorm die vrij psychedelisch werkte (net zoals zo’n mind warp poster). Cici merkte mijn belangstelling voor het kleed op en bood aan om het te kopen voor mij, want ze hield van onderhandelen. Alsof ze mijn gedachten kon lezen! Ik gaf haar wat geld en ze liep vastberaden op de man af.

P8210436

Ze kwam terug met de doek, en bijna al mijn geld! Ik heb haar nog meerdere keren op de avond bedankt voor de doek, ze had bewezen een meesteres te zijn in afdingen.   

In de boom hingen mooie lampen die op ouderwetse lantarens leken.

P8210439 (2)

De zon verdronk in de zee, een rode gloed vervulde de atmosfeer. Daar ben je weer, dacht ik toen ik de vulkaan van Bali zag. Gek dat ik hem die morgen bij zonsopgang had gezien vanaf de top van de vulkaan op Lombok, en hem nu zag bij zonsondergang onderaan de vulkaan.

P8210441

P8210445

Het strand waar we waren, was echt zo’n typisch ideaal beeld waar je aan moet denken bij een tropisch paradijselijk eiland. Op de vleermuizen die om ons  hoofd vlogen na dan. Voorzichtig kneedde ik het schurende zand tussen mijn beschadigde teentjes onder de tafel, wat fijn om weer beneden te zijn met mijn voetjes op de vlakke grond.

P8210447

P8210450

Mensen met tattoes worden dood gegooid met altijd weer dezelfde vraag: “What does the tattoo mean?” Ik weet dat zelfs en ik heb (nog) niet eens een tattoe. Ik had met Marco die drie letters op zijn bovenarm had getatoeëerd. Helemaal gestoord natuurlijk, want iedereen vroeg altijd waar die letters voor stonden. Het was daarnaast nou juist iets waar hij niet graag aan herinnerd werd. Namelijk de dood van zijn opa, oma en hondje. Niet zo’n slimme actie dus, maar ach, Marco is vrij impulsief en kon het niet helpen. Iedereen gaat anders om met verlies, misschien was de tattoe voor hem de oplossing om zijn leegte op te vullen. Maar nu loop ik te ver van het onderwerp af. Ik vroeg de beruchte vraag aan Cici, want het leid altijd naar erg persoonlijke onderwerpen, wat ultiem is als je mensen goed wilt leren kennen in slechts weinig tijd. Ik wees naar het meisje met de indianentooi op haar dij. Ze had twee rode strepen op haar wangen en een rode bloem in haar haren, ik vond het werkelijk een mooie tekening. Maar het was wel heel groot! Haar hele bovenbeen was verdwenen onder de inkt. Ze begon te vertellen over haar jeugd, ze was toen al een energiek meisje. Er is een Spaans gezegde dat iets zegt als: “Zo druk als een indiaan.” De tattoe op haar been staat ervoor dat ze haar speelse innerlijke kind niet moet verliezen naarmate ze ouder wordt. Ik vond het een prachtige betekenis, ergens in je is nog dat kindje die je ooit was. Een deel van jezelf die je zeker niet moet vergeten. wilt vergeten.

De twee drankjes waren naar mijn hoofd gestegen,  ik kon blijkbaar niet veel aan op een lege maag en na een wilde wandeling (om het zacht uit te drukken). Voordeel? Ik voelde de pijn aan mijn voeten minder en de intense moeheid was verdwenen. Nadeel? Nu liep ik als een oude oma die ook nog slingerde en gierde van het lachen. O en ik sprak vaak Nederlands tegen Cici, Happy Hour was toch nog geslaagd.

We liepen maar terug, we moesten wat eten. We hadden besloten te eten waar locals eten, dat smaakt vaak beter en is stukke goedkoper. Onderweg terug kwamen we langs een podium waar twee jonge mensen stonden op te treden.

P8210453

P8210454

Het publiek was heel klein, ondanks dat de man en vrouw het kijken zeker wel waard waren. Ze deden een nummer die we allebei kenden, en jawel, ik heb gedanst samen met Cici vlak voor het podium. Ik kon het amper nog, ik deed een soort robot dans. Meer mensen kwamen kijken, ik hoorde ineens gejuich om me heen. Plots werden we het podium op getrokken door de mannelijke artiest. De menigte ging los, iedereen nam foto’s. Twee Europese meiden op het podium met een Lombokse band was blijkbaar een interessante show. Zeker omdat wij half bloot waren en de moslimse zangeres volledig bedekt. Ik schaamde me wat, maar ik heb gedanst alsof er niks aan de hand was, alsof die beklimming slechts een nare droom was geweest. Gauw sprongen we het podium af toen het volgende nummer kwam (oké, ik sprong niet maar ging voorzichtig zitten en stapte er toen geleidelijk af) en lachend liepen we terug naar het hostel, hangend in elkaars armen (oké ik hou het realistisch, ik leunde op haar omdat ik nu echt niet meer kon lopen).

Alsof de onverwachts leuke avond niet beter kon worden, waren er twee nieuwe gasten bij het hostel aangekomen. Twee Franse jonge mannen, één hele lange blonde met kort haar en blauwe ogen. En de ander was iets minder lang, maar veel knapper, met donker haar en blauwe ogen, om je lippen bij af te likken. Hij had zo een model kunnen zijn, voor het eerst deze vakantie zat ik te slijmen. Ik en Cici keken elkaar aan met hetzelfde idee. We hoorde ze praten: “I am super hungry, let’s go eat somewhere,” Cici greep haar kans door te zeggen: “I know this perfect local place, just around the corner, we can go together? We were just about to grab dinner.”  Ze vonden het een goed plan. Ik was alweer in een volgende groep belandt, verbazingwekkend hoe makkelijk dat gaat. Samen uit eten is altijd gezelliger dan in je eentje, maar vaak had ik geen andere keus.

Eerst liepen we over de drukke toeristische Senggigi hoofdweg, waar fancy restaurant na fancy restaurant je probeert aan te lokken. Cici leidde ons weg van alle drukte, een rustig zijstraatje in. “Are you sure we are going the right way?” vroeg ik haar nog, want het leek helemaal uitgestorven in dit deel van het dorp. Maar we gingen goed. Een klein hutje verscheen langs de weg, onopvallend tussen de lage krakkemikkige huisjes. Ze schoof de doek van het hutje opzij en de geur van kruiden drong mijn neus binnen. Het ‘restaurant’ bestond uit twee picknick tafels met zeilen erboven en omheen gespannen dat muren voor moesten stellen. De keuken bestond uit een soort houten kar met wielen, die een vriezer, gasfornuis en keukenkast in één was. Daarachter stond een man, die fungeerde als de baas, kok, ober en schoonmaker. Hij was erg blij was met onze groep die gelijk de helft van zijn restaurant vulde. Ik snapte nu waar de naam ‘eettent’ vandaan kwam.

De jongens waren net zo verbaasd als ik over hoe een lokaal restaurantje eruit zag. Maar de prijzen waren nog verrassender! Slechts een euro per kom noodles! Cici legde uit wat alles betekende, je had noedel soep met kleine gehaktballen, met een grote ballen of met kippenpoten. Kippenpoten? Ja, maar dan de échte. Je kreeg dus het voetje, zo’n dun kaal stokje met drie tenen eraan. Nee gadver! Doe mij die ballen maar. De lange blonde fransman dacht wat anders, die wou het wel even proberen. Lachend hebben we aandachtig gekeken hoe de jongen zijn tanden zette op de kippenpoot. Het zag er erg onnatuurlijk uit en zelfs kannibalistisch, niet dat wij tot dezelfde soort behoren als de kip, maar je begrijpt wat ik bedoel. “Just tastes like chicken skin!” zei hij lachend met het afknabbelde pootje in zijn handen. “The first bite I felt a bit weird, but then it was all fine,” zei de blonde man terwijl hij rustig verder knaagde. Ik respecteerde zijn moed erg, zeker omdat ik te chicken was om het uit te proberen. Onze gesprekken begonnen over de vieze dingen die we thuis aten. De fransen hebben natuurlijk hun slakken, ganzenlevers en kikkerbillen, de Spanjaarden hebben koeien ogen en stierenlullen en wij Nederlanders hebben…ehm…zoute haring? Misschien dat ik het toch wat moeilijker vind om absurde dingen te eten, omdat Nederlanders een vrij ‘beschaafd’ menu hebben. Cici brulde: “And you are going to China?! You know that they literally eat everything right? Don’t be surprised if they secretly serve you dog or cat, instead of chicken.” Ik kreeg steeds minder zin in China. Vieze mensen die gore dingen eten, en zelfs KATTEN? Ik keek droevig naar mijn noedel soep en stelde voor dat ik mijn allerliefste Simba en Milou er in zag drijven. No way dat ik ooit kat eet. Sorry Francisca, je zal nu wel weer boos op me zijn? Volgens haar mag je geen onderscheid maken tussen dieren, of je nou een koe of een kat eet, het is even erg. In ieder geval, 13-jarige Francisca vond dit. Ik hecht echter meer waarde aan dieren waar ik een band mee heb, als ik goed bevriend was met een koe, zou ik die vast niet meer eten.

Het onderwerp veranderende naar eerdere reizen en opleidingen. Ik weet alleen nog dat Cici vertelde dat ze een graphic designer was. Toen ik vroeg wat dat was, keken ze me alle drie aan alsof ik een super dom blondje was (super blond was in ieder geval wel zo). Maar hé! Ik zit op Science Park hè? Ik ken alleen de harde wetenschappelijke studies en hun variaties, zoals biologie, wiskunde, natuur-sterrenkunde etc. Maar weer wat geleerd, het is dus iemand die mooie plaatjes maakt zoals logo’s en websites enzo. Best wel vet, omdat het me heerlijk lijkt om los te kunnen gaan op het gebied van creativiteit. Wat me alleen jammer lijkt is het doel: reclame maken. Dat vind ik nou echt niet belangrijk. Ik kan dan minder mijn creativiteit kwijt in de harde science waar ik mee bezig ben, maar ik doe het tenminste voor een doel die mijn motortje doet draaien. Ik ga creatief zijn in oplossingen bedenken om de wereld een betere plek te maken, en ik leef me wel uit met graphic design als ik een logo nodig heb voor mijn eigen duurzame non-profit bedrijf. 

Na meerdere borden noodles te hebben weggeslurpt, liepen we terug naar het hostel. Ujie zat me al met een gitaar op te wachten. “Now you play!”zei hij commanderend. Ik voelde de druk van alle ogen op me. “Ok, I will play after a beer,” zei ik om niet iedereen teleur te stellen. Nog nooit had ik Ujie zo snel een biertje zien pakken. We gingen met zijn alle op de bamboe bank zitten, er waren meer mensen die sliepen in het hostel aangekomen. De groep bestond nu uit zo’n tien mensen. Iedereen dronk bier en de sfeer werd alsmaar beter. Ujie speelde bekende feel good nummers en we zongen met zijn allen als een koor mee. Het was donker buiten, maar wij zaten op een verlicht terras aan de Senggigi boulevard. Tussen de liedjes door, maakte ik kennis met iedereen. Bij de groep waren de volgende mensen aangesloten: twee knappe Spaanse vriendinnen van Cici, beide super slank met donker haar, alleen waren ze erg afstandelijk en spraken ze amper Engels (zoals ik Spanjaarden ken, Cici is bijzonder). Drie mensen uit de Czech Republic (Tsjechie dus), waaronder een heel lief blond meisje en een ouder gek mollig koppel. Waarvan de vrouw leek op een blond wildzwijn en de man op een verwilderde vogelverschrikker uit hetzelfde vreemde bos. De man had lang, dun, donker, onverzorgd haar, leger kleding aan en een bril en pet op. Ze waren overduidelijk beide buitenbeentjes. Ik vind het zo mooi dat zulke typische figuren elkaar vinden en niet alleen door het leven hoeven te gaan. Wat de jongere blonde chick erbij deed? Dat blijft nog altijd een raadsel. Er was ook een jongen uit Australië met kort zwart haar en een kleurige pet die erbij kwam zitten. En natuurlijk Ujie, Cici, de twee fransmannen en ik. Ik heb helaas geen foto’s van deze bijeenkomst, maar ik weet het gelukkig nog goed. We zaten in een kring, de bamboe bank met daaraan gesloten een halve cirkel stoelen. De kleine tafel in het midden was groen van de Bintangs en mensen rookten de kruidige ‘Sampoerna’ sigaretten die ze alleen in Indonesië verkopen. Hele dunne witte sigaretten die minder stinken dan normale, die volgens iedereen ‘zoet’ smaken. Absurd hoe goedkoop sigaretten hier zijn, slechts zo’n twee euro per pakje. Maar Ujie zeurde dat de prijs volgende week omhoog zou gaan, dat ze even duur zouden worden als in andere landen. Dit was een hot topic nu in Indonesië, veel mensen moesten wel stoppen omdat ze het simpelweg niet meer konden betalen, maar goed ook, want ze roken hier allemaal, jong en oud, als ketters.     

Het veelzijdige internationale koor zong de hele avond en nacht door. Met Ujie die de groep begeleidde. We waren door de hele Senggigi boulevard te horen, maar het was te laat voor mensen om te komen kijken, gelukkig. Niemand kwam zeuren, de straat bestond ook niet uit woningen van locals, maar uit toeristische voorzieningen, hostels, wasserettes en reisorganisaties (of oplichters, zoals ik ze nu noem). Misschien dat we vervelend waren voor wat toeristen in de hostels, maar niemand kwam zeuren. We hadden tenminste geen harde muziek aan staan met een trillende bas en schreeuwende mensen ofzo, maar maakten zelf onze vredige avond blues. Natuurlijk zongen we Bob Marley, en vele andere bekende zomerhits. Één nummer bleek ik heel goed te halen met mijn stem, en de blonde fransman merkte het op: “Wow at least she can really sing.” Ik voelde mijn wangen rood worden, of misschien was het de alcohol en vermoeidheid.

Ujie was mijn belofte niet vergeten en duwde de gitaar in mijn armen. Een droom gitaar, zwart en akoestisch, maar die ook kan worden aangesloten aan een versterker, ook elektrisch dus. Het geluid dat eruit kwam was zo zuiver, mijn akoestische en elektrische gitaren thuis kunnen er nog veel van leren. Geweldig hoe dit instrument daardoor de warme klanken bevat, maar ook de luidheid van een metal gitaar, ik was opslag verliefd en wist dat ik precies zo één in Hong Kong ging kopen (wat ik ook echt gedaan heb, ik kijk er nu met trots naar en ga zo even spelen weer). Maar nu was ik nog in Indonesië en kreeg ik net een gitaar in mijn hadden gedrukt. Niemand wist dat ik normaal niet echt durf te spelen voor mensen, ik voel me heel erg snel rot door kritiek, dus ik vermijd het liever, ondanks dat het je alleen maar kan verbeteren. Ik begon met spelen, maar niemand kende het nummer. “Zombie!” riep de vogelverschrikker. Toevallig kende ik die, van the Cranberries. Ujie zocht de akkoorden voor me op, op zijn mobiel, zodat ik die kon aflezen tijdens het spelen. Iedereen zong mee, het was een geweldig gevoel. Ze lette niet eens echt op hoe ik speelde, maar op hoe ze zelf zongen. Iedereen moest hard lachen toen ik in het refrein zong: “Uuuu jiee! Uuuu jie! Ujie Ujie!” in plaats van zombie, het klonk nog best aardig.

Ik moest een deuntje spelen, en het franse model zou zingen (wat hij de hele avond nog niet gedaan had). Ik speelde en hij ging met een absurd lage stem willekeurige zinnen uit kramen. Het duurde niet lang want ik moest te hard lachen. Ik gaf de gitaar terug aan Ujie, die vond me goed spelen en vooral goed zingen. Iets wat ik echt wil leren is om voor mensen te spelen, zonder bang te zijn, ik had deze avond een hele stap gemaakt. Ik was trots.

Heel laat, na weer de onmogelijke trap op te zijn gegaan was daar dan mijn bed. Nee hè! Ik lag boven in de hoogslaper! Ik moest zo stil mogelijk erin klimmen, wat mijn laatste zware uitdaging was van deze lange dag. Eindelijk ging ik liggen en mijn mondhoeken krulden tot mijn oren. Ik lag dan in een kamer vol snurkende bezwete backpackers, maar ik had een luxe terug die ik als geen ander had gemist, ik kon wel huilen, ik was herenigd met een matras.  

1 Reactie

  1. Tineke Kriek:
    26 november 2016
    Het was mij weer een waar genoegen!!!