Day 16: Day 1 of Climbing Rinjani: Sweat, Dust, Tears and Pain.

20 augustus 2016 - Rinjani, Indonesië

Sorry jongens, het duurde eventjes! De studie in Hong Kong is inmiddels volop in gang en ik heb komende week al mijn Mid-terms, dus ik moet hard blokken. Maar ik wil het opschrijven voordat ik het vergeet, dus ik probeer wat schrijfuurtjes in mijn planning te proppen zo af en toe!

Nu het verhaal die ik al een tijdje loop aan te kondigen. Het is het meest indrukwekkend geweest van mijn reis in Indonesië, maar god, ik doe het never, nooit, meer.

Om half 5 in de nacht stond ik op, ik had slechts twee uur geslapen, maar toch was ik vrij wakker, door het idee dat ik voor het eerst een vulkaan ging beklimmen vandaag! Ik heb altijd iets met vulkanen gehad, ik had vroeger een rampen film over een vulkaanuitbarsting; ge-wel-dig. Een film waarin eerst mensen overlijden door te zwemmen in heetwaterbronnen die letterlijk koken doordat er een uitbarsting op komst was. Een vrouw die dood gaat onder het puin dat de vulkaan de lucht in schiet. Een oma die op een vreselijke manier dood gaat door het lava, net als een hondje. Of overleefden ze het? Ik weet het niet meer, dat zijn herinneringen die zelfs mijn geheugen niet meer volledig terug kan toveren. Het was één van mijn lievelingsfilms samen met een tornado film. Twister geloof ik? Maar die is voor een andere aflevering van mijn reisblog, als ik er weer naar Canada ga ;) Dan wordt het tornado’s achtervolgen! En beren natuurlijk…

Ik had alles de vorige avond al ingepakt en gedoucht, ik hoefde alleen mijn make-up wat bij te werken en mijn lompe bergschoenen aan te doen. Ik had ze de hele reis mee gesleept, de zware schoenen, en ze waren inmiddels echt een last geworden. Maar nu konden ze eindelijk gebruikt worden waarvoor ik ze had meegenomen. Ik hoopte dat het niet voor niks was.

Ik liep zo stil mogelijk als bepakte ezel de trap of naar beneden, Ilham had ook zijn wekker gezet, de schat. Hij vroeg of ik oké was en of ik wat koffie wou. Ik antwoordde lachend “I am very tired, but coffee might help me, thanks.” Ilham zette wat water op het gasfornuis om op te warmen voor de koffie, maar het busje kwam al de oprit op gereden. Helaas was er geen tijd meer voor koffie, maar ik mocht wat bananen van hem mee als ontbijt. Ilham keek me bedroeft aan, en ik zei: “Don’t worry, I’ll come by after I’ve climbed the volcano. Maybe for a few nights or just a cup of coffee, you owe me that coffee!” hij hinnikte weer in lachen uit. Zijn lach stak de mijne aan en ik had een grijns op mijn gezicht nog lang in het busje, wat een man, wat een ontzettend lief gezin weer. Dit was geen toeval meer, Indonesiërs zijn de liefste mensen die ik ooit ontmoet heb, of ze nou van Bali komen of Lombok, maakt geen verschil.

Het was een vrij jonge man die me kwam ophalen in het busje. Hij had me geholpen om mijn backpack in de achterbak te krijgen en we waren te moe om echt wat te zeggen toen we daarna wegreden. Ik zat bananen te eten op de achterbank terwijl ik keek naar het donkere landschap. Gek hoe eng alles lijkt zonder licht, de jungle gaf een beangstigende vibe. De straten waren niet eens verlaten, de eerste moslims liepen al in hun witte gewaad in het licht van de maan. Opweg naar de moskees voor hun eerste gebed van de dag. Ze gaven me de kriebels, maar honden zagen er ook eng uit in dit licht, dat had niks met hun geloof te maken.

Ik was de eerste van de vijf mensen die werden opgehaald. We reden langs de kust naar het noorden en stopten toen we in Sengiggi waren. Uit een luxe hotel kwamen twee blanke meiden lopen, Lombokse hoteljongens slenterde erachteraan met hun bagage. De twee meiden zagen er ongeveer even oud uit als ik, en namen plaats naast me. Een lang knap meisje met lange zwarte haren en blauwe ogen; Ivi (of hoe je het ook schrijft ;)  ). En een iets kleiner meisje met donker blond haar, groene ogen en een ketting met een chinees tekentje om haar nek; Kathie. Ze had een onschuldig uiterlijk als een musje, maar Ivi leek me iets dapperder, een zwarte panter misschien. Ze spraken Duits, maar ze kwamen niet uit Duitsland maar uit Oostenrijk. Gauw stopten onze gesprekken alweer en vielen we in slaap in de auto die in het ochtendlicht langs de hoge kliffen reed. Het licht was prachtig rood, als er iets mooier was dan de zonsondergang hier, is het de zonsopgang. Je kan de zon vanaf noordwest Lombok uit de zee zien opstijgen. Het zorgt voor een bloed rode horizon, met een droomachtige, magische sfeer. Alleen voor dit uitzicht vond ik het vroege opstaan het al waard! Maar ik was helaas te moe om foto’s nemen.   

Ik werd wakker toen we stopten bij het volgende super luxueuze hotel. Ik besefte me dat ik niet meer in zo’n hotel had verbleven sinds Ubud, en hoe fijn dat was geweest, maar homestays hadden hun andere, meer cultureel fijne eigenschappen. Op het terras zat een stelletje al op ons te wachten. Toen ze de bus in kwamen en begonnen met praten dacht ik de eerste seconde dat ze ook Duits spraken, maar toen leek het ineens verdomd veel op Nederlands! Maar wat voor Nederlands?! Vreselijk boers en lelijk, moeilijk te verstaan, hahaha. “Hee Nederlands!” riep ik half wakker vanaf de achterbank, “maar ergens ver uit het zuiden van Nederland, want jullie accent is zo erg dat ik dacht dat jullie uit Duitsland kwamen.” Ze moesten lachen “Ja Brabant” zeiden ze. “En jij komt ver uit het Noorden, of nie dan?” Zei de jongen. “Amsterdam, of Haarlem als je dat kent.” Jaja, het lot had er voor gekozen om mij een vulkaan te laten beklimmen met twee Brabanders, dit ging nog een aparte reis worden.

Het stel leek ongeveer dezelfde leeftijd als ik, het meisje was erg knap met blonde haren met donkere uitgroei. Haar beide oren zaten BOM vol met piercings, ik gok zo’n 12 per oor. Zelfs het binnenste deel van haar oorschelp was gepierced, toen ik ernaar vroeg zei ze dat die als enige pijn had gedaan. Ik bedacht me gelijk hoe boos mijn pa zou zijn als ik zo thuis zou komen, hij zou er persoonlijk voor zorgen dat ze uit mijn oren worden gehaald! Maar ik vertelde haar hoe mooi ik de piercings vond, ookal zal ik het zelf niet nemen, vind ik het wel echt stoer staan. Karin, is haar naam.

Haar vriend heet Bart, deze naam is al helemaal niet uit te spreken door mensen uit Indonesië, Mirte is in vergelijking met Bart nog een makkelijke naam!  Maar zijn lach die hij had toen mensen het probeerde uit te spreken maakte alles goed. Bart is ook een knappe jongen, blonde korte haren, wat ik al lang niet meer had gezien. Dun, lang en een sportief uiterlijk. Karin zag er ook zo uit, ze waren een goede match samen. Karin leek me een wat arrogant figuur, haar uitstraling had wat vervelends, maar misschien was ik gewoon wat jaloers op haar slanke figuur!

“Now we drive for one and a half hour.” Zei de bestuurder van het busje. Ik lag op de achterbank tegen wat tassen aan en viel weer in slaap, nog gauw een uurtje bijslapen dacht ik. Toen ik wakker werd was het al een stuk lichter, de rode horizon was veranderd in een gele lucht. We reden land inwaarts, richting het kantoor van de reisorganisatie in Senaru (zie de plattegrond eronder).

20161010_195015[412]

Hij had me opgepikt uit Mataram, we reden toen langs de kust naar het Noorden en we stapten uit in Senaru. De man die me de info gaf bij Abal Travel met het Britse accent had deze kaart getekend. Hij heeft ook Kuta Lombok in het zuiden aangekruist, omdat ik vroeg of ik daar naar de reis afgezet kon worden, wat mogelijk was!

Het kantoor in Sanur lag vrij hoog in de bergen. We stapten daar uit met onze spullen en werden verwelkomt door zeker tien lombokse tieners! Ze leidde ons naar een kamer waar we onze bagage in konden leggen, een kamer voor opslag.  Ik vroeg nog hoe veilig het was, of ooit dingen gestolen zijn, maar ze zeiden dat alles op slot gaat en het zeker veilig is, dus ik durfde mijn laptop daar achter te laten, onder in mijn tas onder een hoop kleding. Dit is voor het eerst dat ik een waardevol eigendom onbeheerd durfde achter te laten na de beroving, na de bungalow inbraak. Ik heb sindsdien mijn laptop, pasport en camera overal mee naartoe gesjouwd, ik vertrouwde niemand meer. Maar nu wist ik dat het echt een last zou worden als ik de laptop mee nam, en ook dat het kapot zou kunnen gaan als ik viel. “Take just three clean shirts with you, something warm, a phone and a flashlight. No more!” zei de organisator. Ik wou wel mijn camera mee, en natuurlijk wat schoon ondergoed, een korte en lange broek, make-up, mijn bril en lenzenvloeistof. Maar voor de rest had ik niks mee. Ik had geen mobiel al deze tijd al, en het voelde zeker met zo’n gevaarlijke reis als dit, als iets dat ik eigenlijk niet kon missen. Ik moest de groep echt niet kwijtraken, ik had geen hulpmiddelen om ze dan weer te vinden, voor navigatie, of om hulp te roepen. 

We ontbeten op het terras van het kantoor op de heuvel. We hadden een prachtig uitzicht over de vallei. Voor het eerst zag ik de beroemde rijstvelden. Ik had wel rijstvelden gezien, ik had zelfs in één geslapen, in hotel Horror! Met het Jungle Orchestra weet je nog?  Maar die zagen er lang niet zo speciaal uit als deze. Ik had niet goed begrepen waarom iedereen die modderpoelen zo mooi vond, maar dat veranderde spontaan toen ik ze zag. Het is net een gigantisch golvende trap van spiegels. Ze reflecteren de lucht, je ziet de wolken drijven in de bruine blubber die is verandert in stralend, kleurrijk, hemels beeld. Ik fantaseerde hoe creatief je hiermee kan spelen als fotograaf, maar dat moet ik bewaren voor een andere keer. Eerst een vulkaan beklimmen.

P8190265

P8190264

En die was ook zeer goed te zien vanaf het hoge balkon, daar in de verte zag je de berg, als een golf reikte hij uit het landschap, een golf die op het punt staat om nog groter en machtiger te worden. De eerste blik op de vulkaan gaf een magisch gevoel, een wereldwonder van de natuur. Maar ook kriebels in mijn buik, angst dat ik de beklimming niet kon halen, of misschien was het van de honger.

Het ontbijt bestond uit heerlijke pannenkoeken met een kop koffie drap, dat had ik wel nodig! De organisator, de oudste Lombokker tussen alle jonge koppen, pakte een stok en wees naar de muurtekening van de Rinjani. Als een docent ging hij, in vrij goed engels, uitleggen wat we de komende dagen gingen doen. “We drive you to the office where you must get a pass to enter the Mount Rinjani National Park, an Entrance ticket. Then we drive you to the point where you will start the journey. You will climb 6 hours, and after every 2 hours we take a break of ten minutes. This first day you will almost climb to the top. But getting to the top from that point is the hardest part, so we will set up a camp instead. We will sleep and at 2 o’clock in the night we are going to climb the top. Another 4 to 5 hours, if you are fast you can see the sunrise at the peak. Then you go to the lake in the summit, where you can swim. And the next day we will go back.” Het was te veel info om op te nemen in de vroege ochtend, maar ik liet me wel meeslepen met de flow, ik volg de groep gewoon en ik zie wel, zo moeilijk zal het toch niet zijn?

Bart zag mijn bergschoenen en zei: “kijk ja nouw, ja bent tenminste goe verrrbereid.” Ik overdrijf het accent niet, het was echt niet om aan te horen! Ivi keek naar haar versleten gympjes en vroeg aan de organisator of die schoenen goed waren, ze waren helemaal prima volgens hem.

Je mocht spullen lenen als je iets miste, een warm vest of een zaklamp. Ik had gelukkig een super klein zaklampje speciaal voor deze reis gekocht, met een licht waar je u tegen zegt. Anderen leenden zo’n grote zware dikkerd, ik was even erg blij met mijn goede voorbereiding. Ik twijfelde nog over een extra vest, maar het paste niet meer in mijn tas, dus ik besloot hem niet mee te nemen…

We gingen niet verder met het busje, maar met een pick-up truck. O dit heb ik nog niet verteld! Er is toch wel een soort van openbaar vervoer hier; tien of meer mensen die zitten of staan in de achterbak van een truck! Het is een onwijs grappig gezicht, als je zo’n truck van de voorkant aan ziet komen zie je een groepje mannen achter de cabine uitsteken en lachend naar je toe kijken. Ik zeg mannen, omdat je vrouwen hier weinig ziet in Lombok. Later ging ik er nog achterkomen waarom dat zo is.

We gingen zitten in de achterbak van de truck, ik moest denken aan de keer liften met mijn moeder in Kreta. We waren gaan hiken in de stoffige hete bergen van Griekenland, maar na uren wandelen en foto’s maken, waren we verdwaald en te moe om nog terug te lopen. We vonden een dorpje en er was een man die toevallig ook naar Mirtos ging met zijn pick-up truck, we mochten wel in de achterbak springen. Mijn moeder maakte nog mooie foto’s van die ervaring. Het was mijn eerste keer liften, een activiteit die ik nog veel vaker heb gedaan, voornamelijk in tijdens het veldwerk in Spanje eerder dit jaar. Maar de eerste keer liften was wel zo fijn met je moeder.

Nu was ik zeker niet dichtbij mijn moeder, maar meer dan 9280 kilometer ver weg! (de afstand tussen Amsterdam en Hong Kong). En ik was met twee Brabanders, twee Oostenrijkers en vijf Indonesiërs, het lijkt wel het begin van een slechte grap. En dat ging het ook zijn, één grote grap, wacht maar.

P8190269

.P8190273

P8190278

Het was zó leuk om rond gereden te worden in dat ding, comfortabel is anders, maar het is zeker spannend en avontuurlijk. Hét avontuur van mijn reis begon hier in deze achterbak, mijn glimlach was weer is van oor tot oor. Je ziet alles veel beter dan je zou in een auto, het is alsof je op een fiets zit, maar niet hoeft te trappen en veel harder gaat! Ik snap wel waarom je dit in Nederland niet ziet, of in de meeste westerse landen, want het is levensgevaarlijk! Een gordel om kan natuurlijk niet, en eruit vliegen doe je makkelijk! Ik en Ivi zaten aan het eind van de achterbak, ver weg van de bestuurder. Dat bleek de gevaarlijkste plek te zijn. Bij elke hobbel vlogen we de lucht in en gilden we als gestoorde wijven, om vervolgens in lachen uit te barsten. Ik was verbaasd dat ik nog de lucht in vloog na al dat vette Indonesische eten.

We hadden onze entree ticket om het nationale park in te gaan opgehaald en zaten weer in de truck, we ging nu nog meer het berggebied in. Ik moest hard lachen om de tekst die op het kaartje stond, couldn’t agree more!:

20161011_215027[428]

We reden over bosweggetjes in de jungle die stijl omhoog gingen, we rolden nu zelfs bijna gillend uit die bak. We reden plots de jungle uit en daar doemde de vulkaan op! Als een machtige reus in een onderdanig landschap. De mond van elke blanke aanboord viel open. Ik riep gelijk als grap “Never mind! Just bring me back to my homestay, this volcano is to damn big!” De rest moest lachen. Maar de lach verdween snel van hun gezichten toen ik vertelde wat ik allemaal wist over dit type vulkaan. Trots en vurig vertelde ik over mijn studie: “I study Future Planet Studies in Amsterdam, it is about the future of this planet, and all the problems that arise from the exponential growing world population. It is mainly about climate change and food production, like how are we going to feed 9.7 billion people in 2050?” toen keken ze nog vrolijk. “Natural disasters are becoming stronger due to climate change, so I also had a course about Environmental hazards where I learned a lot about volcano disasters. And I also do a major in Earth Sciences where I learned how volcanoes develop and the different types and characteristics.”Nu probeerde ze nog geintresseerd te kijken, maar mensen doen dat meestal geforceerd als ik over mijn intresses praat, haha.  Ik ging verder “For example, this volcano type is the most dangerous. This is a Caldera, my favorite, when this one erupts, magma isn’t coming out from just one pipe, but the whole roof of the magma chamber comes down, the entire volcano collapses and a sea of magma comes out!” Alle gezichten sloegen spontaan in een andere houding, en ze keken bang naar de sterk aanwezige vulkaan van doem. Ik besloot ze gelijk een lesje over vulkanen te geven, want er kwam te veel enthousiasme in me opborrelen om alleen voor mezelf te kunnen houden. “There is one of this kind in Yellow Stone, and whole North-America will be affected if that one erupts. The whole world even… Because it can blow so much dust into the atmosphere, which reflects light, that we could go into a new ice age!” Ik bloemde helemaal op in mijn hartstochtelijke verhaal, maar toen ik om mij heen keek, zag ik nog steeds geen blije gezichten. Ivi zei: “Could you maybe not talk about eruptions? The rest is fine, just no exploding volconoes please!” Ik lachde en zei “I don’t want it to erupt either, but just imagine how amazing that would be. It would be the most beautiful death that is possible. The explosion, vibrations,  fire, lights, noise, like a fire spectacle! Like the most enormous fire works that you will ever see!” Ze keken me aan alsof ik gek was.  “Well, it is better than a car accident.” Zei ik zachtjes toen ik maar weer rustig in de hoek van de achterbak ging zitten. Maar ik kon mijn mond niet lang dichthouden. Nieuwe mensen zijn voor mij net als een ongelezen boek. Ik heb al hun verhalen, avonturen, meningen en passies nog niet mogen lezen, er is zoveel nog om ontdekt te worden, zoveel om over te praten. Dat is de rede waarom ik ervan hou om nieuwe vrienden te maken, ik vind het leuk om naar hun levens te luisteren, wat zij meegemaakt hebben en hoe ze over dingen denken. Dat inspireert me. Naast zulke “saaie” dingen als biologie en aardwetenschappen natuurlijk ;)

P8190285

P8190294

P8190295

Ik veranderde het gespreksonderwerp maar. “So Austria… O! you guys must know, I had a discussion with a waitress in a Schnitzel restaurant in Ubud. She said schnitzels come from Austria, but I thought Germany.” Ivi lachte, “Schnitzels are from Austria!” Iedereen had weer een lach op zijn gezicht, nu hield ik mijn mond maar weer

.P8190277

We werden aan de voet van de vulkaan afgezet, we konden de berg nu van dichtbij bewonderen. En wat was hij mooi, en hoog! JEZUS MINA. De kriebels in mijn buik waren wel angst, ik had nooit in de LP moeten lezen dat mensen zijn overleden tijdens de beklimming van deze vulkaan. Het is ook verboden de Rinjani te beklimmen in je eentje, je moet met een guide. Maar de meeste doden kwamen wel door slecht weer, en bewijs daarvan was te zien op de hellingen van de vulkaan: gullies. Dit zijn een soort lange scheuren in het landschap, waar bodem is verdwenen. Ik kon zien dat er kolossale landslides hadden plaatsgevonden op de steile bergwanden. Daarbij glijd er een deel van de berg plots met een razende snelheid naar beneden, en vermorzeld alle bommen, dieren en mensen die erop of onder staan. Dit gebeurt voornamelijk als het regent, daarvan worden hellingen onstabiel. Ik zal je de natuurkundige berekeningen van hellingstabiliteit besparen ;)

Ik besloot maar niks te zeggen tegen de rest, ik wou niet dat ze me express lieten verdwalen! Dus ik vroeg alleen “Did any of you check the weather for the coming days?” Bart zei dat het zonnig en warm zou worden, wat het altijd is hier, heerlijk. Maar dit keer ook gerustellend, geen regen, geen gevaar, behalve als hij echt uitbarst natuurlijk. Hele kleine kans natuurlijk, maar ik al je even herinneren aan een kranten bericht die ik las in Hotel Horror:

P8090109

Daar staat toch echt recente activiteit in van onder andere Mount Rinjani, genoeg om vliegtuigen om te laten vliegen. Maar zoals ik al zei, een mooiere dood kan ik me niet voorstellen. Alleen voel ik me nog niet klaar om te sterven, ik wil nog zoveel bereiken, zoveel natuur redden, het zou een trieste dood zijn.

We begonnen met lopen, 6 Indonesiërs gingen met ons mee, waarvan de meesten jonger dan ik waren, en er was 1 leider. Hij was een kop kleiner, 18 jaar oud, schattig en had de hele reis een geel voetbal shirt aan. De Lomokse jongens waren mee om onze benodigdheden te dragen.  Ze droegen onze tenten, waterflessen voor drie dagen, kookstel en voedsel voor de hele trip. Dit deden ze met een lange bamboestok, waar aan beide uiteinden een mand hing met spullen. Ze droegen de zware bamboe stok op hun schouder en liepen puffend door de hitte. Het voelde als slaven arbeid, maar ze deden het vrijwillig en voor geld, maar alsnog voelde het zo. Omdat alle donkere mensen die spullen van de blanken sjouwden, het zat me dwars, maar ik wou voor geen goud nog meer dragen! Ik had het nu al zwaar.  

De tocht startte in een groen weiland met wat struikjes, dat langzaam steiler werd. Koeien liepen langs het pad, wit met bruine vlekken. Ze hadden een touw door hun neus gaten, vast een manier om ze mee te trekken als ze niet luisterden. Aan het touw hing zo’n grote ouderwetse metalen bel, waardoor je overal rinkelende bellen hoorde. Vast om ze te vinden, als er eentje te ver afdwaalt. De zon begon nu hoog aan de hemel te staan, het was elf uur, en nu pas begon de tocht!

We liepen terwijl de paadjes steeds steiler werden, en het werd steeds heter. Ik had het gevoel dat ik niet genoeg zuurstof kreeg, ik kreeg het zo benauwd. Het zweet begon op te komen, mijn hart bonsde in mijn keel. “Misschien dat mijn conditie niet goed genoeg is?” dacht ik. Ik had al een paar weken niet meer hardgelopen door dit hete weer. “Misschien dat ik te lang gerookt heb? Dat mijn gezondheid te slecht is?” Dacht ik daarna. Ik klaagde tegen de anderen, zij hadden het er ook lastig mee. Bart zei “Wacht maar, zo wordt je long capaciteit groter, straks ben je niet benauwd meer” Ik hoopte dat hij gelijk had, anders ging ik nu gelijk weer terug, nu de weg terug nog kort was. Hij had zeker gelijk, na een kwartier kon ik eindelijk weer adem halen, maar mijn hart was nog steeds sterk aanwezig. En ik snakte nog steeds naar adem. Terwijl ik liep kon ik alleen maar letten op mijn ademhaling, die met diepe halen door mijn borstkas ging.

Heuvel na heuvel, in de tropisch snijdende zon. Ik kon niet meer. Ik was pas net begonnen, maar ik kon echt niet meer. Normaal vermeed ik de zon tussen 11 en 2, het voelt namelijk als een spontane zonnesteek als je daarin loopt, alsof je overkookt. En nu moest ik in die hitte een berg beklimmen! Iedereen draafde door alsof het niks was. Ik dacht dat ik de enige was die bijna een hartaanval kreeg, maar Kathie stopte halverwege een steil pad, ze keek bang en bedroefd voor haar uit.  Ze hyperventileerde bijna, ik hielp haar met water en geruststellen. “I am also feeling sick from the sun, we can just walk very slow, don’t mind the others” zei ik, terwijl ik hijgend naast haar stond. De leider, vroeg of alles oke was. Ze had geen adem om te praten, dus ik zei: “Don’t you think it is a bit stupid to climb a mountain during the hottest hours of the day? Maybe your body is used to this climate, but we are not. This is just crazy!” Hij lachde alleen maar, hij wist niet wat hij moest zeggen. En we liepen verder, met lichamen die schreeuwden “Waar ben je mee bezig? Wil je dat ik het begeef ofzo?!”  Het was het eerste uur zo zwaar, omdat het zo heet was. Al je energie werd direct uit je gezogen, en je liep als een bijna overgevende zombie achter de kudde aan.

Ik ben nog nooit zo blij geweest om een bos te zien! Eindelijk schaduw, een beschermlaag tegen het hete monster in de lucht. Vaak liep de groep voor me, dan ontmoette ik ze weer omdat ze aan het wachten waren op ons. Dan wachtte we samen tot Kathie kwam, en dan liep iedereen direct verder, terwijl ik dacht “Hallo! Nu heeft Kathie niet kunnen uitrusten terwijl zei het ’t meest nodig heeft!” Maar zelfs toen ik dit uiteindelijk hard op zei, liepen ze gewoon verder. Ik snap het wel, anders zou het 10 uur duren, maar dat arme meisje (en ik) hadden het gewoon iets moeilijker.

Door het bos ging het een stuk beter, maar daarna kwam weer een vlakte vol in de zon. Kathie was ver uit mijn zicht verdwenen, ik wou wel op haar passen maar zij was niet mijn verantwoordelijkheid. Als iemand op haar moest letten was Ivi dat, ik vond het wel fijn dat ik alleen was gekomen, ik hoefde alleen te letten op mezelf.  We wachtte weer op Kathie, en elke keer zag ze er wat erger uit. Maar we bleven doorgaan, zo lang kon het toch net duren? De hitte was zo vreselijk, alsof je in een oven zat terwijl je aan het sporten was, dit was de eerste keer dat ik dacht: “Waar de f##k ben ik aan begonnen? Heb ik hier 186 euro voor betaald? Om gemarteld te worden?”

Mijn ademhaling werd bemoeilijkt door het stof dat door de wandelende mensen werd opgestoven. Het pad bestond uit hele droge silt en klei, dat kon ik zien door het tussen mijn vingers te wrijven. Het was net Sziget! Een festival in Hongerije dat meestal zo droog is dat er een enorme stofwolk in de lucht ontstaat door alle springende en dansende mensen! Maar het was zelfs heter en stoffiger dan Sziget, en dat zegt echt wat. Het was alsof we de grond rookten, onze longen vulden met stof bij elke ademhaling, en we werden viezer en viezer. De bruine vlekken zijn nu nog steeds niet uit mijn kleding, ik snap niet hoe ik het eruit krijg! (Mam help, advies!)

We liepen hoger en hoger, de vlakte kreeg wat hoge struiken en losse bomen hier en daar, en een mist begon te komen! 

P8190296

We hadden de wolkenbasis bereikt, de zon was nu voor goed weg. De wolken maakte het landschap spookachtig, je zag niet verder dan zo’n tien meter. Het was nog steeds warm, maar niet zo heet meer als eerst. “Here we take the first break!” zei de jongen in het gele T-shirt. Eindelijk konden we even zitten. Het lange gras had oude etensresten in zich, van vorige groepen, maar ik was zo moe en vies dat het me niks boeide, ik plofte dood op neer. En dit was pas de eerste twee uur! Ze maakten onze lunch met een klein gasstelletje. We waren niet de enige, veel groepen zaten hier te pauzeren die precies dezelfde weg omhoog namen, er was maar 1 weg omhoog. We waren bezweet, onder het stof, en aardig kapot al, maar we konden nog blij overkomen.

P8190298

P8190299

Het eten was verassend goed, maar dat is al het eten in Indonesië, één ding van de vele, is dat ze beter snappen is hoe je maaltijd moet bereiden, zelfs de tieners! Het was rijst met kip en een salade, Kathie kon het niet eten, ze voelde zich zo ziek dat ze alleen wat komkommer at. Een zonnesteek waarschijnlijk. Toen ik ging zitten voelde ik ineens dat ik zwaar nodig moest plassen! O nee hè, dat moest in de struikjes. Ik liep richting de vegetatie dichtbij, en ik werd misselijk van alle drollen die ik zag liggen. Ik ging gehurkt zitten, maar de lucht was te vies, ik liep terug zonder te plassen. Dat ook nog…

We gingen verder, we hadden zeker een half uur gerust op het gore gras, ik voelde me weer deels opgeladen. De mistige vlaktes veranderden in mistige heuvels met enge bomen, ik was in een mysterieus landschap belandt. Het werd gauw weer zwaar, maar de omgeving was zo wonderlijk, zo’n dikke mist had ik nog nooit gezien. We liepen dwars door de wolken, die zo dicht waren dat je slechts enkele meters voor je uit kon zien, of je nou boven of voor je keek, alles was een witte waas. Mooie gesteenten doemde uit de dikke mist op, dit gebied is zo bijzonder door de vulkanische activiteit. Vruchtbaar natuurlijk, door de mineralen die de vulkaan van diep onder het aardoppervlak naar boven brengt. Maar nog specialer: we liepen steile heuvel op en af, maar dit waren niet zomaar heuvels, dit waren gestolde lavastromen, die als armen om de vulkaan lagen uitgespreid. Soms was er een brug van de ene naar de andere lava arm, en soms moesten we weer ver naar beneden lopen en weer steil omhoog. Het leek een eindeloze tocht zonder vooruitgang, alsof we om de berg cirkelden.

P8190302

P8190305

P8190306

P8190308

Inmiddels voelde ik een blaar op mijn hiel ontstaan, rot rechtervoet die net ietsje groter is!  Ik was de hele weg de één na laatste, en Kathie die ver achter ons liep. Bart liep voorop als een trein, met de reisgids en Karin achter hem aan. De jongens die onze spullen droegen waren al ver voor ons, een wonder, want ze droegen zo veel meer dan ons.  Het pad is vrij duidelijk, je ziet voetstappen in het zand of een plek in het grasland waar alles dood getrapt is, dus je raakt niet makkelijk van het pad af. Door het beperkte aantal paden ontmoet je ook veel andere groepen. En wat waren zij er ook erg aan toe zeg. Sommige hikers zagen er erger uit dan anderen, maar iedereen zag tenminste ontzettend moe en vies uit. We namen gauw alweer een pauze, en we klaagden met de andere beklimmer over hoe zwaar het was! Niemand had dit verwacht. Maar zo lang kon het niet meer duren toch? We waren al bij de wolken basis!

P8190309

Er waren voornamelijk jonge fitte mensen, maar ook een paar oudere en mensen met overgewicht. Zij hadden het overduidelijk het zwaarst, hun gezichten hingen er hopeloos bij. Ik ontmoete een oudere vrouw die omhoog wou omdat er apen op de top van de berg waren, ze vroeg zich af waarom die daar leefden, aangezien het veel hoger is dan ze normaal doen. Ik stelde de interesse van de Amerikaanse grijze vrouw erg op prijs, dat was iets wat ik ook wel zou willen weten.

Vlak nadat we weer opstonden en verder gingen, en bij een steile helling omhoog liepen, kwam ik twee jonge mannen tegen die op de weg terug waren. “Are we almost there?” vroeg ik, “Did we do the hardest part?” De jongens lachte, maar niet op een geruststellende manier. “The hardest part?” Lachte de gespierde man, “It is still very, very, far and it is only getting harder and harder. We almost didn’t make it! It is the hardest thing I ever did.” Al mijn hoop was diep in mijn vieze bebloede bergschoenen gezonken.  Dat was het laatste wat ik moest horen nu, ik was twee uur geleden al te moe om verder te gaan. De rest van mijn groepje was ook echt niet blij met dit nieuws, en wat bleek het waar te zijn…

Lang klom het pad omhoog, ik wou niet meer nadenken, ik wou niet meer voelen. Als de vulkaan nu uitbarstte was dat een verlossing geweest, ik hoopte er bijna op. Ik had spijt dat ik dit ging doen. Weer dacht ik, heb ik hier zoveel geld voor betaald?! Voor deze vreselijke ervaring? Ik had beter de makkelijke vulkaan in Bali kunnen beklimmen, waar heb ik mezelf in gewerkt? Nu was het te laat, nu kon ik niet meer terug, ze zouden me vast het geld niet meer terug geven, al het eten was al gekocht.

Het “pad” werd zo wat verticaal, we moesten ons vastpakken aan takken, boomstronken en stenen om verder te kunnen. Ik had in ieder geval wel het gevoel dat we eindelijk omhoog gingen! Maar dit werd steeds zwaarder, moeilijker en gevaarlijker. Als je een rare val maakte kon je zo een zijhelling afdonderen de mistige diepte in. Je moest alert blijven en je stappen coördineren, als je viel en je voet brak, was er vast niemand die je naar beneden ging tillen. De spieren in mijn benen begonnen het nu te begeven, de onderste in mijn rechter dijbeen kon bijna niet meer functioneren, waardoor ik met mijn armen mijn been moest optillen voor opstapjes, stenen en boomwortels enzo. Maar vaak had ik mijn armen ook nodig voor het klimmen, dus kreunde ik het uit van de pijn. De blaar was inmiddels een nare wond, groter schurend bij elke stap. Wat een grap dit, mensen zo aftakelen en niet goed waarschuwen voor het begint. Allemaal om extra veel geld te verdienen. Niemand was goed geïnformeerd, mensen keerden huilden terug, teleurgesteld in de organisatie, teleurgesteld in hun zelf.

Geloof me, ik wou niks liever dan terug gaan. Of eigenlijk, terug zijn, want mijn benen deden het niet meer. Ik verlangde naar de witte stranden van de vorige dag, zo rustgevend, zo ontspannend. In Ubud werd ik knetter gek van alle mensen die vroegen “Taxi?”, maar nu zou ik er alles voor over hebben om dat te horen… Hoe graag ik een taxi terug wou nemen, als dat mogelijk zou zijn… ik kon wel janken, maar ik huil niet graag. Ik kon wel schreeuwen maar ik had geen energie daarvoor. Ik kon wel in elkaar zakken, maar ik moest door. En ik wou dat ik kon plassen, maar er was geen beschutte plek. Hmppfff…

Ik wou de andere klimmers een beetje motiveren, en riep: “Even with baby steps, we will get there! This freaking path must have an end, and we are going to get there, and then we are going to kill to the f##king  mountain!!!” Zeker de laatste woorden sloegen erg aan, mensen schreeuwden me na, boos, en onze woede gaf ons energie om door te gaan.

Na uren doorzetten, kwamen we boven de wolkengrens. Het was… alsof je met een vliegtuig boven de wolkenlaag opstijgt een eindeloze zee van wolken kan zien tot aan de horizon. Dat had ik nu ook, maar ik was niet in een vliegtuig, en dat maakte het zo veel indrukwekkender. Het was veel realistischer, maar ook minder realistisch tegelijk. Ik kon mijn ogen gewoon niet geloven! Dat zo’n uitzicht mogelijk is, ik had van veel gedroomd, maar dit steeg ver boven mijn verwachtingen uit. Je zag een deel van de aarde, maar dan bedekt door een witte pluizige doek, tot aan het einde, je kon zelfs zien dat de aarde bol is, de horizon had namelijk licht een kromming. Je zag in het bos waar de wolklaag ophield.

P8190311

P8190315

P8190312

Voor me zag ik de vulkaantop uit de wolken steken, een halleluja muziekje was nu erg gepast geweest. Het leekt wel of daar de hemel was, zo boven de wolken, stralend door de zon die direct het oppervlak raakte. Was ik dan toch echt dood neergevallen? Was ik in de hemel belandt? De lucht was inmiddels koud geworden, maar mijn spieren brandde pijnlijk van de activiteit en ik zweette als een otter. Nog even! ik ben er bijna! Vol nieuwe energie van het absurd mooie uitzicht, slenterde ik verder. Ik moest al mijn spieren gebruiken voor het laatste stuk, ik wou wel, maar ik KON het letterlijk niet meer, alles was stijf en deed pijn. Je denkt dat ik overdrijf he? Dat ik me aanstelde? Ik heb me lichamelijk echt nog nooit zo kut gevoelt, 20 kilometer hardlopen is een lachertje in vergelijking met deze bergbeklimming.  Het voelde alsof ik dood aan het gaan was, en mijn blaas ging ontploffen, en daar had ik 186 euro voor betaald… de klootzakken!

Maar het moest ooit komen hè… ik bereikte bijna kruipend de top, of nou ja, een plek erg dichtbij de top waar het kamp was opgezet. Ik keek om me heen, maar dit was echt te mooi om waar te zijn.

P8190318

P8190319

P8190322

P8190325

P8190329

P8190330

Ik stond daar met open mond, “Wooow” was het enige wat eruit kwam. “Woooooow”… Dit is één van de mooiste dingen die ik ooit gezien heb, samen met de Grand Canyon en Monument Valley. Ik was zó blij, zeker omdat het zo moeilijk was geweest, was de beloning des te groter. Ik kon weer bijna huilen. Half high van de inspanning en half high van het landschap dat er vanaf dit punt nog mooier uit zag. Ik heb het kamp bereikt, het is gelukt, of nouja bijna, het hoogste punt heb ik nog niet bereikt. Ik kon wel springen! Of toch niet… ik liep als een robot naar de plek waar ze de tenten al hadden opgezet. Dat hadden de jongens die ver voor ons uitliepen dus gedaan, wat een lieverds. En ze waren ook al bezig met ons avond eten koken.

En toen ontmoette ik de rest weer! We gingen naast onze tentjes zitten op een zeil, op de klif van de krater van de vulkaan. Kathie kwam aanlopen, met een bedroefd gezicht, maar ze had het gered, de groep was weer compleet. De tentjes stonden echt als een rij op een berg rug, aan beide kanten was er een afgrond waar de dood op de loer lag. Maar ik had het gevoel dat ik de dood had overwonnen. Ik was door hel gegaan en meerdere keren gestorven, om de hemel te mogen betreden. Ik kan het niet beschrijven, zo mooi. Maar gelukkig heb ik foto’s. De zon die onderging maakte het extra fenomenaal.

P8190333

P8190334

P8190335

P8190338

En ja hoor alsof al mijn dromen uitkwamen in de hemelse wereld, waren er locals die bier helemaal mee naar boven hadden gesjouwd! Ze vroegen er wel vijf keer zoveel voor, maar ik had het nog gekocht als het tien keer zo duur was! Deze overwinning moest gevierd worden, ik wou opstaan om het bier te kopen, maar het leek wel of mijn gewrichten op slot zaten. Ik was gaan zitten en ik kon dit keer echt niet meer opstaan. Ik zag mensen met bier om me heen, ik bedacht me dat het natuurlijk op kon zijn, en snel ook! Met de hulp van Bart heb ik na veel gescheld op kunnen staan. Als een kreunende zombie verlangend naar “BEERS!” ging ik op weg, in slakkengang, voor die ene dure Bintang. Het beste biertje ooit, ik vergat helemaal hoe erg de dag was, alsof ik een andere dementie in was gegaan, door het wolkenportaal de hemel in

.P8190342

P8190343

We aten gulzig rijst met curry, terwijl we de zon zagen verdwijnen achter de machtige krater toppen. Je zou denken dat dit het einde was van het adembenemende spektakel op de berg, dat er na zonsondergang niks meer te zien zou zijn. En dat klopte, het landschap om ons heen was een donker decor geworden. Maar juist daardoor, zag je het licht van de echte hemel. Sterren ontstaken hun vlammen in de lucht, de Melkweg lichtte op als een drukke snelweg van hemellichamen. Ik denk dat de stad Mataram er voor zorgde dat we niet alle sterren konden zien, maar het waren er alsnog te veel om te tellen. We dronken lachend onze biertjes en waren helemaal vergeten wat we zojuist hadden meegemaakt, even was alles weer fijn, op de pijn na.

We hadden nog kennisgemaakt met onze buren, de tenten naast ons. Het waren twee Nederlandse meiden die elkaar hadden ontmoet in Thailand en sindsdien samen reisden. Één van de twee vertelde dat ze dacht dat haar wond weer open was gegaan. Ze vond het een wonder dat ze het had gered, en wij ook, dat ze zover heeft kunnen lopen met zo’n grote wond op haar voet. Ze had een scooter ongeluk gehad op Bali. Ze had direct volledig mijn aandacht. “Hoe gebeurde het? Hoe werd je geholpen?” Ineens werd het toch iets duidelijker hoe groot de gevaren zijn op die scooter, nu het zo dichtbij was.  Ze vertelde dat ze de hoek om sloeg langs een punt waar je de tegenliggers niet kon zien, en het was heel druk. Er kwam een andere scooter hun met hoge snelheid tegemoet rijden en ze probeerde hem nog te ontwijken, maar terwijl ze remde ging haar voet langs de andere scooter. Ze had het andere meisje achterop. Ze voelde het niet eens, zo diep was het. Maar toen ze het bloed zag, en haar vriendin ook, wisten ze dat ze naar het ziekenhuis moesten! Ze probeerden naar een ziekenhuis te rijden, maar het was zo druk dat ze overal vast stonden. Bloedend met een gapend gat in haar voet zat ze daar op de scooter, lachend met haar vriendin in shock. Ze riepen nog “Emergency! We need to get to the hospital!” maar alles stond vast. Toen ze uiteindelijk het ziekenhuis bereikten, was ze gelukkig nog niet dood gebloed. En ze was netjes opgelapt. Ze liet een foto zien van haar wond toen het open was, ik werd direct misselijk. In dezelfde situatie was ik waarschijnlijk flauw gevallen op de scooter, dus ik ga echt meer oppassen.

Het was 8 uur s’avonds, maar het voelde veel later, omdat we zo vroeg waren opgestaan, het  zo donker was, en de dag zo lang had geduurd. Kathie en Ivi hadden samen een tentje, en Bart en Karin ook, maar ik had een tentje alleen. Precies zoals ik het wou, dat was een gelukje. Ik kwam mijn tent in, ik zag een slaapzak en een klein opblaas kussentje, maar geen matje. Ik ging naar de crew om te zeggen dat ze een matje vergeten waren, een luchtbedje. Ze liepen mee naar mijn tent en keken. “No this is all” zeiden ze. Geen matje? oke… de rest bleek ook geen matje te hebben. Ik ging maar gewoon liggen dan, in de slaapzak. Ik voelde alle stenen door de dunne goedkope slaapzak. De tent lag schuin op de berghelling, op vulkanisch puin met scherpe punten. Slapen zonder matje is misschien wel mogelijk op een graslandschap met een dikke laag zacht mos, maar dit was het ergste dat je je voor kunt stellen. Ze hadden ook geen moeite gedaan om wat scherpe stenen weg te schoppen. Nee hè, ik had mijn slaap zo hard nodig en dan gebeurd dit! Hoe ik ook lag, alles deed pijn. Toen kwam de kou, het overviel me, de temperatuur daalde heel snel nu de zon onder was. Ik lag daar bibberend op de stenen, mijn spieren moesten rusten, meer dan ooit, maar in plaats daarvan spanden ze zich aan en trilde ze. De kou , de pijn, de moeheid. De woede kwam weer naar boven. Daarnaast waren alle tieners nog druk aan het feesten, zij gingen de top niet beklimmen over een paar uur, dus zij gingen niet vroeg slapen! Dit kan gewoon echt niet, ik moet slapen, ik kan vannacht anders niks. Ik lag uren wakker, slaap kon niet komen door de kou en de stenen waar ik op moest slapen. Ik dacht aan mijn kingsize boxspring bed thuis, de “Silver Deluxe” matrassen. Het zijn net wolken waar je op slaapt, ik wou niets liever dan thuis in mijn bed liggen, warm, met mijn katjes. Mijn lieve, zachte, pluizenbollen. Ik heb me nog nooit zo rot gevoelt,  het was de ergste dag van mijn leven. En de hel was nog niet achter de rug, dit was pas de eerste dag. 

Foto’s

4 Reacties

  1. Tineke Kriek:
    17 oktober 2016
    Nou, ik heb nu geen woorden. Te veel om te verwerken - ik zal het zelf nooit gaan beleven maar het is alsof ik een groot deel van je kruistocht meemaak - zucht...
    En.... zo benieuwd naar het vervolg....
  2. Tineke Kriek:
    18 oktober 2016
    En Maria Mirte, nog even dit: heel veel dank voor je geweldige kaart met de prachtige reuzenradknipconstructie!!! Is in goede orde ontvangen en wij hebben er bijna bij staan huilen. Wat een mooi geschenkje vanuit je verre verblijfplaats van bijna 10.000km bij ons vandaan. Succes met alles en nu vooral ook met je tentamenweek - of hoe dat daar ook maar heet - wij kunnen ons ondanks je bloemrijke verhalen toch maar minimaal verplaatsen in jouw levenssituatie van dit moment!!! Krijg jij aan het eind van oktober nu ook te maken met de verandering van zomertijd in wintertijd of is dat helemaal niet aan de orde? We blijven je volgen en zijn ongelooflijk verguld met je verslagen. Je moet echt een boek gaan uitbrengen hoor als je terug bent. En ik denk dat jij nooit een twintiger/dertiger zult worden met een saai vooruitzicht op partner/baan/gezinnetje/huis met tuin.... of.... misschien wordt je dat ooit toch; maar dat is voorlopig niet waar jij mee bezig bent. Weet dat wij hier in het Haarlem Noordse huisje jou erg respecteren. Je hebt voor een heel mensenleven al bewezen dat je een enorm goed mens bent met zoveel kanten en talenten. Wooow!!!!
  3. Tineke Kriek:
    18 oktober 2016
    Sorry: "wordt je" moet zijn: "word je". Zonder T.
  4. Mirte Steenkamp:
    18 oktober 2016
    Haha en ik heb geen woorden voor je reactie Tineke... Zo lief weer. En die spellingscorrectie! haha, zat Cis naast je ofzo? die perfectionist! ;) Niet dat mij zoiets op valt.

    Haha ja mooie kaart he? ik vond hem ook prachtig, nog niet iedereen heeft zo'n mooie gehad maar ik ga gauw weer naar de avondmarkt om nieuwe te kopen.

    Ik denk dat een boek misschien iets te optimistisch is (ik ben dyslectish en zal niet de enige zijn met reisverhalen), misschien dat ik een reisboek wil laten drukken met foto's en wat verhalen voor mezelf. Om terug te kijken als ik weer in het koude kikkerlandje ben en in de studie sleur zit, of als ik wat ouder ben en even terug op mijn jeugd wil kijken. Het is mijn eerste reis alleen natuurlijk! Het zal altijd een belangrijke voor mij blijven. En nee ik zie mijzelf niet zo snel ergens settelen, en zeker niet met een saai vooruitzicht! Het liefst ga ik een baan nemen waar ik veel reis en continue onderzoek doe en verslagen uitbreng gerelateerd met de klimaatverandering. Hopelijk ontmoet ik iemand (een andere wetenschapper) met dezelfde intresses en misschien dat ik daar mee wel tijdelijk ergens blijf wonen en kinderen krijg! En de babies met me mee sleur tijdens het reizen. Nee oke, dat is een beetje onrealistisch. Maar het zou me niet verbazen als je inderdaad gelijk hebt, en ik niet zo snel ergens huisje, boompje, babietje, baantje vast zit.

    De tijd verandert hier niet geloof ik, het is hier echt een hele andere wereld. Gister was er een orkaan en heb ik buiten mijn ogen uitgekeken, ik had bijna een reisverslag opgenomen, maar ik was bang dat mijn camera kapot zou gaan in de regen met alle spullen die om me oren vlogen. Fantastisch. Wereld wonder.

    Ja ik ga weer gauw verder met leren, voor mijn Mid-terms,
    en ik kom zeker langs in Haarlem Noord als ik weer terug ben,

    Bedankt voor de lieve reactie, en tot over een paar maanden!